Het Hamley Books Kettinginterview gaat vandaag verder met Petra Doom.
Voor diegenen die jou nog niet kennen, wie ben je, wat doe je in het dagelijks leven, wat zijn je hobby’s, wat is jouw guilty pleasure? Hou je meer van honden of van katten (of geen van beide)?
Hallo, ik ben Petra Doom, ik schrijf fantasy, YA, poëzie en songteksten. Ik heb kunst- en cultuurwetenschappen gestudeerd. Momenteel werk ik als redacteur, en geef ik workshops en lezingen over schrijven en creativiteit.
Hobby nummer 1 is en blijft toch wel lezen. Je laten meeslepen door een verhaal, verdwijnen in een wereld… heerlijk! Schrijven is voor mij ontstaan als een soort natuurlijk vervolg daarop. Daarnaast houd ik van bakken en ben ik gek op gezelschapsspellen (ik speel ook al jaren D&D).
Mijn guilty pleasure… ’s morgens beginnen met lezen en gewoon lekker doorgaan tot mijn boek(enserie) helemaal uit is. Als tiener kon ik onbekommerd een hele dag verdwijnen in boeken, tegenwoordig gluurt het gevoel ‘ja maar, X en Y staan nog op de to do-lijst’ toch al wat sneller om het hoekje. Maar zo heel soms geef ik mezelf een half dagje om weg te zinken in een boek en daar geniet ik dan intens van.
Ik kan honden erg lief vinden, maar ik ben toch meer een kattenmens. Thuis heb ik een kleine tijger rondlopen die naar de naam Merlijn luistert (als hij zin heeft) en zo ongeveer met alles wegkomt omdat ik ’s avonds zijn pluizige buikje mag aaien.
Vertel eens iets over je laatstverschenen boek. Hoe is dit tot stand gekomen, hoe ben je aan dit onderwerp/thema gekomen?
Mijn laatst verschenen boek is De Kracht van Elena, deel 2 in de reeks Kinderen van Orpheus. Het is, zoals veel van mijn schrijfideeën, ontstaan uit mijn grote liefde voor mythologie. Daarnaast hou ik ook enorm veel van muziek en vind ik de effecten van muziek fascinerend. Leg die twee samen en dan heb je zo’n beetje het zaadje waaruit deze reeks is voortgekomen.
De mythe gaat in het kort zo: Orpheus was een musicus met een vrijwel bovennatuurlijk talent: zijn muziek kon rivieren van plaats doen veranderen, wilde dieren kalmeren, …). Hij daalde in de onderwereld om de goden te smeken hem zijn jonggestorven vrouw terug te geven.
Hades liet zich overhalen: Orpheus mocht zijn geliefde mee terug naar boven nemen. Er was maar een voorwaarde: hij moest terug naar boven klimmen zonder om te kijken. In ware Griekse tragedie-stijl werd het hem net op het laatst toch te machtig – en hij verloor zijn geliefde voor de tweede keer.
Daarna zwierf hij, half waanzinnig van verdriet, door het land. Orpheus kwam nogal luguber aan zijn einde: hij werd letterlijk aan stukken gescheurd. Volgens bepaalde versies van het verhaal dreef zijn hoofd weg op de rivier, samen met zijn lier, en zong en sprak het nog een poosje verder. Er zijn best wat schilderijen die dat verbeelden.
Op dit verhaal heb ik voortgeborduurd met een paar ‘wat als’-vragen: wat als de andere delen van Orpheus’ lichaam ook gevonden werden? Wat als de mensen die ze vonden – en ze een waardige rustplaats gaven – als dank allemaal een stukje van Orpheus’ gave kregen? Wat als Orpheus’ tocht naar de onderwereld een zwakke plek tussen onze wereld en de onderwereld heeft gecreëerd? Wat als daar nog steeds monsterachtige onderwereldwezens door naar boven komen?
Zo ontstond het idee van een organisatie van begaafden die, vandaag nog steeds, bestaat uit afstammelingen van degenen die stukjes van Orpheus’ gave kregen. De ene heeft helende magie gekregen, de ander telekinese, een ander kan emoties beïnvloeden… en elk van die gaven wordt gevoed door magie. Zij strijden tegen de onderwereldwezens, die het voorzien hebben op musici met een gebroken hart.
Hoofdpersonage Ariane heeft geen idee van deze wereld. Ze komt muziek studeren in Parijs, maar worstelt ze met de vraag of ze wel écht zo muzikaal is. Dan hoort ze muziek die verder niemand lijkt te horen, is ze getuige van een vreemde overval en raakt ze verwikkeld in de wereld van Liederen van Kracht, Sirenen, en het gevaar van liefde die sterk genoeg is om een hart te breken…
Hoe ziet jouw schrijfproces eruit? Heb je een bepaalde routine, vaste gewoontes, iets wat echt niet kan/mag ontbreken tijdens het schrijven?
Ik ben een heel organische schrijver. Het meeste van het verhaal komt voort uit mijn personages. Dus het begint altijd met een poosje broeden op mijn ‘gevoel’ van wie de personages zijn. Dat proces heeft geen routines, behalve dan dat het me lange tijd bezighoudt en op de meest rare momenten nieuwe ideeën oplevert.
Soms is het heel ineens dat ik een personage voor me zie in één bepaalde scène. Dan weet ik dat ik kan beginnen met schrijven, om te ontdekken hoe het personage daar is gekomen en wat daarna gebeurt.
Ben ik eenmaal vertrokken, dan heb ik wel een routine: ik schrijf elke dag, met een vooropgestelde wordcount, om mezelf te stimuleren niet te veel te aarzelen over mijn ideeën – die verken ik toch het beste al schrijvende.
Praktisch: ik schrijf wel eens hele losse ideeën in een notitieboekje, maar ik schrijf het verhaal op mijn laptop. Ten eerste gaat dat sneller. Ten tweede word ik er om de een of andere reden onrustig van wanneer ik iets wijzig en dat het er dan nog staat, wanneer ik op papier iets doorhaal… dat haalt me uit het verhaal.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Mythen dus! Die oude verhalen zijn zo rijk…
Maar ook het dagelijkse leven. Ik maak graag gebruik van snippertjes conversatie die ik opvang. Soms is het een nieuwsbericht (over een bijna onmogelijke diefstal bijvoorbeeld), of een verhaal van een vriendin, …
Daarnaast ben ik gefascineerd door hoe mensen die vanuit heel verschillende achtergronden of invalshoeken denken, met elkaar communiceren en samenleven. Dat is iets wat ik vanzelf vaak thematiseer, heb ik gemerkt.
Is er een auteur die je bewondert, die jouw voorbeeld is? Wat maakt hem/haar zo speciaal voor jou? Zou je samen met hem/haar een boek willen schrijven?
Eén groot voorbeeld heb ik niet. Maar er zijn zeker auteurs die ik bewonder. Brandon Sanderson bijvoorbeeld, wat een enorme verbeelding heeft die! En tegelijk slaagt hij erin om alles zo goed te structureren en verpakken dat je je nooit overweldigd voelt, maar subtiel verder en verder wordt getrokken in het verhaal en de wereld die hij je voorschotelt.
Samen een boek schrijven? Hm… Omdat ik zo’n organische schrijver ben, lijkt me dat nog best lastig. Als ik een verhaal niet ‘voel’, kan ik het niet schrijven. Te ver vooruit denken maakt dat mijn drive om te schrijven verdwijnt, omdat ik dan niet meer het gevoel heb dat de personages het beleven, maar dat ik het hen opleg. Dat maakt overleg met een andere auteur een beetje lastig. Dus ik zou al een hele, HELE goede intuïtieve klik met iemand moeten hebben om samen iets te kunnen schrijven.
Lees je zelf graag/veel? Zo ja, wat is je favoriete genre/boek en welk boek ligt er momenteel op je nachtkastje? Is het een aanrader?
Erg graag! Iets minder dan vroeger (toen was 100 boeken per jaar weinig), omdat het schrijven leestijd opslokt, dat gebruikt hetzelfde deel van mijn brein, heb ik het gevoel. Maar het is toch nog altijd zo dat er iets goed mis is als er niet minstens één boek per weer passeert.
Momenteel ben ik bezig met Storm Cursed van Patricia Briggs. Zeker een aanrader, ik ben grote fan van haar Mercy Thompson-universum: urban fantasy met gedaantewisselaars en fae.
Vragen voor Petra Doom van Inge Sleegers:
Je verwerkt vaak mythologie in je verhalen. Vanwaar die fascinatie?
De eerste keer dat ik met mythologische verhalen in aanraking kwam – ik vermoed dat dat de les geschiedenis op school geweest zal zijn – was ik meteen verkocht. Het was zo kleurrijk, zo meeslepend… tegelijk zo groots en zo menselijk.
Eerst ben ik een hele tijd gefascineerd geweest door de Egyptische goden, daarna namen de Grieks/Romeinse mythen en sagen het over. Die laatste zijn mijn grote liefde gebleven, ook al heb ik voor zowat elke menselijke cultuur wel een boekje met ‘verhalen uit…’ gelezen. Ik vind de verschillen en overeenkomsten in de mythen uit diverse culturen mateloos interessant.
Heb je ooit al iets met legendes van eigen bodem gedaan of ben je dat van plan?
Hangt er vanaf hoe je ‘eigen bodem’ precies definieert. Ja, in de zin van wezens die ook in de verhalen van onze streken een plaats hebben. De fay – oftewel ‘Het Schone / Goede Volk’ – kwamen ook in Germaanse culturen voor (die figureren in mijn kortverhaal Het Winterpaleis). Datzelfde geldt voor het meervolk (dat figureert in Overstekers). In de zin van echt heel typische elementen uit de legendes van de Lage Landen nog niet – maar dat staat wel op mijn schrijfverlanglijstje, ja!
Op welk van je boeken ben je het meest trots?
Wat een onmogelijke vraag, haha! Ik ben eigenlijk op elk boek even trots, omdat het telkens een heel proces is. Ik geef bij elk boek alles wat ik heb, leg mezelf in het verhaal en de personages. Het is mijn doel om bij elk boek te groeien, de lezer nog beter mee te voeren in het verhaal…
Ik heb wel een bijzondere connectie met Koninklijke magie, deel 3 in mijn eerste serie Overstekers, omdat ik daarmee niet alleen een boek, maar ook (voor het eerst) een hele serie afrondde. Een boek afronden is al heel intens, een serie afronden bleek dat gevoel in het kwadraat op te leveren, het was een enorm emotionele ervaring.
Wat is jouw favoriete Hamley-boek (buiten je eigen boeken natuurlijk)? En welke Hamleys staan nog op je TBR?
Oh help, moet ik nu alweer kiezen? Ik ga een beetje valsspelen en van alle mooie boeken degene noemen waar ik nu vanzelf aan denk: Onderuniversum van Pen Stewart, een boek dat je niet zomaar loslaat. Niet in de laatste plaats door… de legenden van eigen bodem die ineens de kop opsteken in een dystopische versie van Amsterdam!
Er staan er nog wel een aantal op mijn TBR, maar bovenaan de stapel ligt Mijn hart van ijs van Jen Minkman.
Waar geniet je meest van in het schrijversleven? Het schrijven zelf, de promotie, lezersreacties krijgen… En welk aspect vind je het minst leuk?
Ik geniet het meeste van het schrijven zelf, vooral het moment waarop het verhaal momentum heeft en mij meeneemt. Het ontdekken van hoe de magie precies werkt, de momenten waarop personages boven zichzelf uitstijgen…
Dat wordt als favoriet op de voet gevolgd door reacties krijgen van lezers die van mijn boeken genoten hebben. Horen dat mijn personages (die heel erg voor mij leven) iemand hebben geraakt… dat gevoel is met niets te vergelijken.
Het minst leuk? Hm, dan noem ik het ‘promo maken’-gedeelte. Er wordt toch een beetje verwacht dat je jezelf kunt verkopen als auteur, maar ik ben echt de laatste die vanzelf roept ‘kijk eens wat voor iets geweldigs ik heb gemaakt, koop mijn boek’. Gelukkig maakte ik op een gegeven moment de klik dat je er ook op een hele andere manier tegenaan kunt kijken.
Ik denk sindsdien niet meer in termen van ‘promotie maken’, maar in termen van ‘mensen laten kennismaken met’, mijn enthousiasme delen over de thema’s, personages, werelden… waarover ik schrijf. En ik moet eerlijk zeggen dat me dat al fantastische gesprekken en contacten met mensen heeft opgeleverd, die ik anders nooit had gehad.
Lees meer over de Hamley Books auteurs in het Hamley Kettinginterview