De stenen goden – schrijven in tijden van corona – door Jeroen Windmeijer
Paaseiland – of Rapa Nui zoals de inwoners het zelf noemen – spreekt al eeuwenlang heel erg tot de verbeelding. Iedereen kent de moai: de mysterieuze voorouderbeelden die wel tien meter hoog zijn en vele duizenden kilo’s wegen. Daarbij is Paaseiland het meest geïsoleerde eiland ter wereld. Het is zo groot als Texel en omgeven door een onmetelijk grote oceaan: het ligt drieënhalfduizend kilometer van de kust van Chili vandaan en tweeduizend kilometer van Pitcairn, het eerstvolgende eiland in Oceanië.
Toen ik had besloten om na De Offers (Bolivia) en De Genesissleutel (Peru) mijn Latijns-Amerika Trilogie te voltooien, hoefde ik niet lang na te denken over de locatie van het nieuwe boek. Paaseiland heeft alles wat ik voor mijn boeken zoek: veel religie en mythologie, een mysterieuze locatie en vooral ook heel veel witte vlekken in zijn bewogen geschiedenis – die ik naar hartenlust in kon kleuren. Al heel snel ontdekte ik dat 2022 bovendien een heus ‘Paaseilandjaar’ was, omdat de Middelburgse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen op 5 april 1722 als eerste westerling het eiland in het zicht kreeg. Voor mij was dat een ‘teken’ dat ik op het juiste spoor zat.
Ik zat midden in het proces van het uitzoeken van vluchten toen corona losbrak en reizen voor onbepaalde onmogelijk werd. Plots was ik aangewezen op Google Maps, op een gedetailleerde landkaart die permanent uitgevouwen op mijn bureau lag, op foto’s van anderen en op YouTube– filmpjes van gelukkigen die het eiland wél hadden bezocht. Zoals altijd als ik me voorbereid, las ik veel boeken, struinde ik het internet af en sprak ik met experts. En ook nu resulteerde dat in tientallen en tientallen pagina’s aan aantekeningen die ik allemaal zorgvuldig in verschillende mapjes onderbracht. Maar voor het eerst schreef ik over een plek die ik niet met eigen ogen had gezien, en dat was echt een nieuwe ervaring voor me.
Voor mijn thrillers ben ik altijd op zoek naar een Bijbels thema. Bij Het Petrusmysterie draaide het om de vraag of Petrus nu wel of niet in Rome was geweest – het antwoord is ‘nee’. Bij Het Pilgrim Fathers Complot liep het verhaal van de Exodus, de uittocht van het joodse volk uit Egypte, als een rode draad door het boek heen. Bij De Offers stond het mensenoffer centraal en de dood van Christus, ook een soort van kinderoffer immers.
Bij De Stenen Goden had ik vrijwel direct besloten dat de Zondvloed het hoofdthema moest worden. Deze intrigerende geschiedenis waarbij heel de aarde overstroomt omdat God boos is op de mens is een terugkerend thema in mythologische verhalen wereldwijd. En omdat Jacob Roggeveen uit Middelburg kwam, wilde ik ook de Watersnoodramp erin verwerken. Dit alles zou ik dan weer kunnen verbinden met de actuele discussies over klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel – iets dat een groot probleem is voor veel kleine eilandjes in Oceanië die soms nauwelijks boven de zeespiegel liggen.
Uiteindelijk koos ik voor twee hoofdpersonen: Anthoni Eskens en Monique Fierloos. De eerste is een jonge student Culturele Antropologie die op Paaseiland is om onderzoek naar de moai te doen. Al snel ontdekt hij dat er op het eiland een felle, onderhuidse strijd woedt over de oorsprong van de moai. De tweede is een conservator van het Zeeuws Museum, die voorbereidingen treft voor een grote tentoonstelling over ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen en Paaseiland. Een Paaseilandse beeldhouwer is uitgenodigd om voor het museum een beeld te maken.
Het boek begint bij de waargebeurde geschiedenis van de vondst van een kleine moai in Ouddorp (Goeree-Overflakkee). Een man die in zijn achtertuin een sleuf groef, stuitte op het 25 centimeter grote beeldje. Tot op de dag van vandaag is het een volslagen raadsel hoe dat beeldje daar in de grond terecht is gekomen.
In mijn boek los ik deze kwestie wél op… Want dat is natuurlijk het voordeel van fictieschrijver zijn: ik hoef me niet aan de feiten te houden. En ik weet nu ook dat je een plaats niet per se zelf hoeft te bezoeken om die te kunnen beschrijven.
Schrijven is – net als lezen – reizen in je hoofd.
Presentatie: vrijdag 4 maart, Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden, zaal 019. Inloop vanaf 18.30, start om 19.00. Geef je op via: sjors.vanveen@harpercollins.nl
Lees hier vast een voorproefje van De stenen goden van Jeroen Windmeijer (HarperCollins): https://issuu.com/harpercollinsholland/docs/de_stenen_goden_inkijkexemplaar_lr
Lees hier nog meer van Jeroen Windmeijer bij Thrillers & More