Hilda Spruit is auteur van de young adult reeks Geestverwanten over het meisje Merthe dat verschijningen kan zien. Deel 1 van deze reeks, Geestverwanten, werd bekroond met de Jonge Jury Debuutprijs 2016. Het tweede deel, Verschijningen, werd eerder dit jaar verkozen tot Thrillers & More Beste Young Adult Nederlandstalig 2020.
Alexander ging op bezoek bij Hilda voor een gesprek.
Wanneer ben je voor het eerst begonnen met schrijven?
Toen ik een pen kon vasthouden! In mijn jeugd heb ik zeker twee boeken geschreven. Over een professor die wonderpillen had uitgevonden, die hij ergens in zijn praktijk had neergezet, en de schoonmaker die dacht dat het snoepjes waren dus die had ze in de snoepkast gezet en ja, dan komen de kinderen thuis … Het waren tijdpillen dus ze konden naar een andere tijd reizen en die kinderen maakten daar allerlei dingen mee en natuurlijk ging het en een en ander daar niet goed. En nog een verhaal over een meisje dat verslaafd was aan drugs. Ik ben die twee manuscripten helaas kwijtgeraakt.
Mijn vader is wel eens met het manuscript van die professor naar de boekhandel gegaan met de vraag: ‘kunnen jullie niet eens kijken of we dat uit kunnen geven ofzo?’ De dame van de boekhandel had het doorgelezen en vond het te veel lijken op de tijdmachine van professor Barabas, dus dat zou niets worden. Ik was geen Suske en Wiske lezer, kende heel die professor niet en vond het eigenlijk wel jammer, maar het verhaal zit nog in mijn hoofd. En ik heb heel veel gedichten geschreven. Toen ik 14/15 was zat ik heel vaak bij mijn vader voor de winkel op de stoep onder de lantaarnpaal (dat was toen heeeeel anders dan nu) en dan zat ik gedichten te schrijven. Die heb ik ook helaas allemaal niet meer. Maar ik heb wel gedichten van nu. Mooie gedichten die uitvaartondernemingen willen plaatsen, mensen die vragen of ze mijn gedichten mogen gebruiken voor op de rouwkaart, die zie ik ook af en toe op internet circuleren en soms zelfs met andere namen eronder. Daar kan ik minder goed tegen. Iedereen mag ze gebruiken, nog gratis ook, maar zet dan op z’n minst mijn naam erbij.
Dus ja, ik heb eigenlijk altijd al geschreven, alleen heel lang niets meer gedaan. Toen ik 15 jaar geleden mijn partner Ruud leerde kennen, kreeg ik weer kans om me te ontplooien en ben ik een aantal kinderverhalen gaan schrijven. Daarna is Geestverwanten geboren, en nu Verschijningen. Ik denk dat ik maar niet meer moet stoppen.
Vond je het lastig om na je debuut Geestverwanten te schrijven aan Verschijningen.
Ik had natuurlijk Geestverwanten al geschreven, en daarin had ik contact gemaakt met Merthe, Anouk en Fenneke. Op de middelbare school had ik twee vriendinnen, we gingen altijd met z’n 3-en allerlei dingen doen en ik zie eigenlijk ons 3-en als deze drie meisjes, dus dat voelde zo eigen allemaal. Vooral Merthe, die allerlei gekke dingen meemaakt en allerlei gekke dingen ziet, ik voel me aangetrokken tot haar en daarom kan ik Merthe ook heel goed aanvoelen. Eigenlijk ben ik zelf ook een beetje van alle drie.
Gebruik je veel autobiografische elementen in je boeken?
Ik ben begonnen eigenlijk met Geestverwanten als een heel kortverhaal dat over glaasje draaien ging, omdat ik zelf een sessie glaasje draaien gedaan heb waar gekke dingen gebeurden en waar ik daarom gelijk mee gestopt ben. Ik was toen vijftien. Dat was maar een heel kort verhaaltje en dat heb ik op een verhalensite gezet waar ik al heel lang zat, waar iedereen elkaar complimentjes gaf, kritische noten plaatste etc. Ik kreeg erg mooie reacties op mijn geestenverhaaltje en men vroeg om meer. Dus schreef ik, gedreven door eigen ervaringen, door en op een gegeven moment was Geestverwanten af. Het was een boek geworden. Gewoon gesteund en gestimuleerd door mensen die op die site zaten. En waarom gebruik ik nou die dingen die in mijn leven gebeurden? Omdat die gewoon perfect pasten in het boek. Het was ook zo leuk, ik maakte iets mee en daar bleek ik dan dus een heel verhaal omheen te kunnen verzinnen.
De verbindende factor in Verschijningen is de band tussen vrienden en familie?
Klopt, maar ook pesten en verliefdheid komen aan bod. Ik wil zo graag ook iets moois meegeven. Over die band die nooit verloren gaat en dat je nooit alleen bent. Dat stukje in het boek over bandstemmen, dat dat ook echt bestaat, dat je op een bijzondere manier contact kunt leggen met iemand die overleden is. Ik weet niet hoe het precies werkt vanuit die andere wereld, maar ik vind het wel heel mooie dingen om mee te kunnen geven.
Is verhalen vertellen voor jou ook een zoektocht naar jezelf, om met je gave om te leren gaan?
Ja, je krijgt er geen gebruiksaanwijzing bij als je zo’n gave hebt. Net als een moeder die een kind krijgt, hoe ga je met zo’n kind om? Daar krijg je ook geen gebruiksaanwijzing bij. Dat zegt Clavis ook, een ‘coming of age’, een meisje dat groeit en leert omgaan met haar paranormale gave, maar je weet niet wat er een volgende keer gebeurt. Dan kan er iets gebeuren waarbij je ook denkt ‘hoe moet ik daar nu weer mee omgaan?’. Zij moet ook groeien daarin, net als ik. Eigenlijk is het een leerproces voor het leven.
Zij leert natuurlijk ook heel veel van Margreet van Oosten, een raadgevend medium in Geestverwanten en Verschijningen. Zij heeft ook moeten leren ermee om te gaan. Margreet zegt precies hoe het is (citaat uit Verschijningen): ‘Als jong meisje heb ik op hetzelfde punt gestaan als jij nu. Ik zag ook spoken in mijn slaapkamer en was er vreselijk bang voor. Mijn ouders hebben ten einde raad een spiritueel leraar ingeschakeld, die mij geholpen heeft om dat gedoe beter te begrijpen. Als ik toen wist, wat ik nu weet, was het een stuk makkelijker voor me geweest.’
Je hebt het in Verschijningen ook over glaasje draaien en de Charlie Challenge. Wil je de lezers ook waarschuwen voor de gevaren van het contact zoeken met de geestenwereld?
Ja, je weet niet wat je aanwakkert. En wat je doet met bandstemmen is exact hetzelfde, je bent gewoon aan het glaasje draaien, je bent geesten aan oproepen en als je dat op eigen houtje gaat doen … Doe dat met iemand die erin is gespecialiseerd. Er moet af en toe ook een kleine waarschuwing in zitten, zoals bandstemmenspecialist Peter Wezenaar op een gegeven moment in Verschijningen zegt: ‘Het werken met bandstemmen is ook een vorm van geesten oproepen en ik zal je vertellen dat het niet altijd vriendelijke stemmen zijn die ik hoor. Zoiets kan gevaarlijk zijn en moet je overlaten aan iemand die er ervaring mee heeft.’
Heb je wel een idee waar je met Merthe naartoe wil?
Het volgende boek wordt echt het laatste van de Geestverwanten-serie. Ik heb al andere ideeën. Ik ben begonnen aan een boek voor iets jongere kinderen over een jongetje dat synesthesie heeft. Mijn broertje heeft dat, hij ziet geen getallen maar kleuren en aan de hand van de kleuren kan hij daar getallen van maken. Hij vertelde dat als hij naar een huisadres gaat en dan bijvoorbeeld nummer 44, dan ziet hij bruin. En twee keer bruin is dan 44. Daar kun je dan natuurlijk een heel mooi verhaal van maken, in het geval van mijn verhaal over een aantal jongens en een meisje die avonturen beleven en daarbij in contact komen met dit fenomeen.
In Verschijningen is Margreet iemand die Merthe de hand vasthoudt en haar begeleidt. Heb jij zelf ook iemand daarin gehad?
Ja, ik heb echt wel houvast gehad aan bepaalde helderzienden. Ik riep hun hulp alleen maar in als ik zelf echt niet meer verder kon. Dan bezocht ik een goede (helderziende) vriend van mij en die kwam dan toch wel weer met dingen waarbij ik dacht ‘o, zit dat zo’. En ik had ook iemand, ook een helderziende, die veel over mijzelf verteld heeft. Op een gegeven moment kom je weer iemand anders tegen. Ik denk weleens als de leerling er klaar voor is, dan komt de leraar vanzelf op je pad.
Hoeveel schrijf je per week? Schrijf je echt elke dag?
Nee. Op een gegeven moment schreef ik helemaal niet. Mijn hoofd zat gewoon te vol en had veel last van wat er gebeurde in de wereld. Een poosje geleden was Jacqueline Zirkzee bij mij op visite en Jacqueline is ook schrijfcoach en ze zei, ‘Spreek met jezelf af dat je op die en die datum weer gaat beginnen en daar kun je dan vanaf nu gewoon helemaal naartoe gaan leven.’ Ik heb ook de afspraak met mijn goede Belgische vriend, auteur en scenarist, Guido Kees, die mij ook altijd stimuleert, om na Geestverwanten 3 samen met hem een boek te schrijven. Het gaat nog wel even duren, maar het geeft mij wel de stimulans om te zeggen ‘ik pak het weer op’. Ik zie ook heel mooie recensies verschijnen en ook die geven mij een boost om weer verder te gaan. Ik werk drie dagen per week voor mijn werkgever, maar ik ben ook zo’n 40 uur per week met het schrijfgebeuren bezig. Met promoten, administratie voor mijn uitgeverij, schrijven, dingen verzinnen, etc. En je moet ook lezen als schrijver zijnde, want daar haal je eveneens allerlei dingen uit. Ook dat is belangrijk.
Muziek speelt ook wel een rol in Verschijningen, zoals bijvoorbeeld de muziek uit de musical Hair. Hoe kwam je op dat idee?
Hair komt uit mijn tienertijd. Mijn roman Verschijningen is onder andere proefgelezen door Jan Stevens van Boekensite Gent en hij was er helemaal weg van dat ik iets uit Hair gebruikt had. Dat vertelde hij zo mooi in zijn review. Vond ik echt geweldig. Op een gegeven moment kwam mijn redacteur met een stukje kritiek hierop. Ik had in het verhaal namelijk iemand naar de video van Hair laten kijken, terwijl mijn redacteur wist te vertellen dat er op het moment van kijken nog helemaal geen videoband van de musical was. Die kwam pas een jaar later op de markt en dat wist ik eigenlijk wel, maar ik dacht wie weet dat nou? Nou mijn briljante redacteur dus! Toen heb ik er maar een elpee van gemaakt. Ik heb wel erg gelachen met hem, hoor. We waren heel erg aan elkaar gewaagd.
Het boek verscheen midden in coronatijd, hoe lastig is het dan om jezelf zichtbaar te maken?
Dat is heel lastig. Het enige wat ik kan doen, is natuurlijk op Facebook dingetjes zetten. Ik maak zelf filmpjes, ik heb ook een paar boektrailers gemaakt, dat is mijn nieuwe hobby en dat pakt eigenlijk zo leuk uit allemaal. Daar word ik steeds sneller en steeds beter in, ik ben ook benaderd door uitgevers om boektrailers te maken, erg leuk. Die filmpjes doen wel wat, je moet steeds inventief zijn. De schitterende trailer voor Verschijningen is overigens niet door mij, maar door Clavis gemaakt. Ik ben er erg blij mee. Als je als auteur geen promotie maakt voor je boek, kun je wel 1000 uitgevers achter je hebben staan maar je boek gaat dood. Zo simpel is het. Je hebt heel veel tijd nodig om je boek te promoten, om contact te zoeken met lezers. Ik heb de lezers, die Geestverwanten via mij hadden aangeschaft, een mail gestuurd toen Verschijningen uitkwam, zodat ze wisten dat het boek er was. De boeken zijn altijd via mij te bestellen, dan signeer ze gelijk met een persoonlijke boodschap en stop er boekenleggers en een goodie bij, of via de boekhandel. Ik wil altijd bereikbaar kunnen zijn voor lezers.
Geestverwanten werd bekroond met de Jonge Jury Debuutprijs. Geeft dat dan ook meer druk om Verschijningen te schrijven?
Nee, de enige druk die ik had was: ‘kan ik Geestverwanten overtreffen? Kan ik een nog beter boek schrijven?’ Dat was voor mij best wel een druk. En die druk voel ik nu weer. Kom ik over Verschijningen heen? Want ik hoor nu van anderen ‘ik vind Verschijningen nog beter dan Geestverwanten’ terwijl ik voor Geestverwanten ook al erg veel bijzonder mooie reacties heb gehad. Zeker nu Verschijningen is verkozen tot T&M Beste YA 2020. En straks deel 3 … vinden ze dat dan ook nog leuk? Dat is best lastig.
Werk jij met je eigen proeflezers?
Ik heb een vast clubje dat proefleest, waarin young adults. Verschijningen is ook proefgelezen door auteurs Chinouk Thijssen en Susanne Koster. Maar ook Dennis Bots, de filmregisseur van o.a. Achtste-groepers huilen niet en Oorlogsgeheimen, ontving van mij een proefexemplaar. Na een week al kwam hij met een reactie: ‘Nou Hilda, ik heb je boek uit!’. Dat was het moment dat ik aan mijn man Ruud vroeg of hij mijn hand wilde vasthouden. Toen Dennis me liet weten dat hij het een topboek vond met een paar uitroeptekens erachter, veranderde de spanning in grote vreugde. Wow en dat van een filmregisseur, dacht ik nog. Dat is toch geweldig!
Ik vond Verschijningen soms erg spannend en zelfs confronterend. Zijn er boeken die jij te eng of spannend vond om verder te lezen?
Dat heb ik gehad bij Het Heksenhuis van Jacqueline Zirkzee en bij Dagboek van een Geisha vanArthur Golden. Echt waanzinnig goede boeken. Daarbij had ik zoiets van ‘Ik wil dit boek nooit uitlezen’. De meeste spanning voelde ik bij het boek Waanidee van Karin Hazendonk, een spanning die met de huidige situatie te maken heeft. Aan dat boek moet ik nu zo vaak aan denken, dat ik soms wel eens denk: ‘Ik wou dat ik het niet gelezen had’. Ik vond het een heel goed boek. Zij heeft daar echt wel wat neergezet waarvan ik denk: Hm … Stel je toch eens voor dat het echt zo zou gaan. Zo realistisch is dat boek ineens.
Wat voor young adult boeken kan jij aanbevelen?
Wat ik heel mooie boeken vind, dat zijn de boeken van de Oneindigheids-trilogie van Susanne Koster. Daar zit heel veel emotie, heel veel gevoel in. Mirjam Mous, het boek Virus heb ik gelezen, vond ik ook een heel goed boek. Dat zijn wel een beetje de aanraders. Voor mij moet er gevoel in zitten, het mag ook wel heel spannend zijn, maar er moet vooral gevoel in zitten. Het hoeft voor mij niet per se magisch te zijn of wat dan ook maar juist gevoel vind ik zo belangrijk om over te brengen. Dat blijft hangen. Tieners moeten zichzelf kunnen terugvinden in de personages waar ze over lezen.
Wil je iets vertellen over het laatste deel in de Geestverwanten-reeks?
Het nieuwe verhaal is geboren uit een paranormale ervaring die ik heb gehad in Spanje. Daar gingen we elk jaar naartoe. Wij stonden op een gegeven moment in een vrij smalle straat, we wilden oversteken, het was druk, het was hartstikke lekker weer, er liepen veel mensen, allemaal korte mouwtjes, korte broeken etc. We keken naar links en naar rechts of we over konden steken en ik zag plots tegen een muur een meisje staan in ouderwetse kledij met een lange witte jurk. Ze stond met haar rug tegen de muur en haar handen achter haar rug. Ze keek een beetje om zich heen, alsof ze de omgeving aan het verkennen was. In ieder geval paste ze totaal niet in het straatbeeld. Nu wist ik dat ze daar regelmatig van die Middeleeuwse feesten gaven dus ik vroeg aan Ruud: ‘Zou er een feest zijn, kijk dat meisje daar’. We keken allebei in de richting van het meisje, maar het kind was weg, verdwenen. En daar ging het bij mij mis, want zo snel had ze nooit tussen de mensen kunnen verdwijnen. Dan had ik haar moeten zien, want het kind paste totaal niet in het straatbeeld. We hebben haar nog gezocht, maar niet meer gevonden, dat meisje was gewoon verdwenen. Ik denk dat het zou kunnen zijn dat ik iemand gezien heb die daar misschien vroeger geleefd heeft. En zoiets blijft dan in mijn hoofd hangen, daar moet ik dan gewoon wat mee. Het nieuwe verhaal wordt rondom dit meisje gebouwd. Het schilderij De Nachtwacht speelt er ook een rol in en wat ik daarbij ook heel leuk vind, is om daar dan wat uitleg over te geven in het verhaal. Het lijk mij leuk dat tieners naar het Rijksmuseum gaan, De Nachtwacht zien en dat ze dan zeggen ‘daar heb ik over gelezen.’.
Welke tips heb jij voor jonge schrijvers?
Doorzetten. Gewoon gaan zitten, ga schrijven, niet stoppen. Niet teruglezen en denken: dat is niet goed genoeg, dat ga ik eerst opnieuw doen, schrijf gewoon alles lekker uit. Het maakt niet uit dat je er misschien 20.000 woorden uit moet halen, dan doe je dat gewoon. Maar ga eerst je verhaal opschrijven.
Zorg er in eerste instantie voor dat je genoeg aantekeningen hebt. Mijn verhaal is al af voordat ik eraan ga beginnen en het verandert tussendoor heus nog wel een keer, maar ik vind het heel belangrijk om de grote lijnen van het verhaal al te hebben en dan te gaan verfijnen.
Wat ik ook doe, ik zoek foto’s op internet en maak profielen van hoe mensen eruitzien, dan kan ik me ook niet vergissen, ik bewaar alle profielen en ik schrijf op welke kleur ogen ze hebben, van welke geuren ze houden, wat hun lievelingseten is etc. Ik werk mensen dus helemaal uit, die hebben ook een hele geschiedenis, die lees je niet in het boek maar die hebben ze wel, daar kun je dan ook weer een bepaald gevoel in zetten. Dat ga ik eerst altijd helemaal neerzetten en daar ben ik de eerste weken mee bezig. Voor deel Geestverwanten 3 heb ik dat allemaal klaar. Dat geeft houvast.
Het is dus vooral doorzetten en niet stoppen. En niet denken dat je het niet goed kan. Dat is echt mijn advies. Zonder doorzettingsvermogen komt er gewoon geen boek. Het is gewoon fucking veel werk om een boek te schrijven, maar daarna ook wel heel veel plezier als je dat boek uiteindelijk zomaar vast kan houden.