Alexander sprak onlangs in restaurant Kruim van de Chocoladefabriek in Gouda met Marlen Visser over haar nieuwe thriller Noodlot, die onlangs verscheen bij uitgeverij Prometheus.
Hoe ben je op het idee gekomen van Noodlot?
Een aantal jaren geleden zag ik een documentaire van Patrick Lodiers [‘1 Dorp, 1 Postcode, 43 Miljoen‘ BNN-VARA], over de Postcode Loterij-hoofdprijs in Vrouwenpolder. Dat vond ik meteen een fascinerend gegeven; dat je dorp uit één postcode bestaat en daar valt de PostcodeKanjer op, dan ben je eigenlijk allemaal involved. Je bent of winnaar of je bent verliezer, je kunt niet ‘niets’ zijn want je hebt allemaal dezelfde postcode. Per definitie doet het iets met de dynamiek van zo’n kleine gemeenschap.
In de documentaire ging het er heel relaxed aan toe, de Zeeuwse nuchterheid overheerste. Mensen kochten een nieuwe auto, of wat zonnepanelen voor op hun daken maar voor de rest leefden ze nog zoals ze ervoor leefden. De man die een snackkar had, had ook nog steeds een snackkar omdat hij dat gewoon leuk vond. Ze gingen wat vaker op vakantie, ze vonden het ook wel fijn om een appeltje voor de dorst te hebben. Eigenlijk veranderde er daar niet zo heel veel. Dat past ook wel bij die cultuur, denk ik. Maar bij mij ging er iets borrelen: wat zou er gebeuren als mensen anders gaan reageren dan je zou verwachten? Dat had ik in mijn hoofd en dat heb ik weer geparkeerd omdat ik toen mijn Storytel-verhaal Latte Macchiato aan het schrijven was.
Toen ik bij uitgeverij Prometheus ging praten over mijn nieuwe boek, kreeg ik alle vrijheid een verhaal te schrijven waar ik mij het beste bij voelde. Het verhaal van Noodlot sprak mij het meeste aan: de hele insteek die nog niet eerder gedaan is, iedereen kan zich er wat bij voorstellen. Ik weet niet precies hoeveel procent van Nederland meedoet met de Postcode Loterij, maar het zijn er heel wat [16,7% in 2019]. De Postcode Loterij is daar ook wel uniek in, ze spelen in op de angst om spijt te krijgen. Dat is eigenlijk een soort mes op de keel om mee te doen. En mensen durven hun deelname ook niet op te zeggen, want stel dat de prijs volgende week valt, dan heeft je buurman wel die grote auto en jij niet. Bij de Staatsloterij is dat anders omdat de prijs op een nummer valt, dat is heel anoniem. Bij de Postcode Loterij valt de prijs letterlijk in jouw straat. Het is een heel slim concept maar eigenlijk is het ook een vorm van manipulatie.
Dit vond ik sowieso een interessant gegeven. Daar kun je de personages iets over laten zeggen. Het personage Ben van der Steen is daar nogal sceptisch over. Maar ik vind het ook interessant wat het met zo’n kleine gemeenschap doet. Daar wordt vaak van gezegd dat iedereen elkaar kent. Maar is dat wel zo? Ik heb dat in Noodlot geprobeerd te weerleggen. Misschien is het juist niet zo: juist omdat je met z’n allen onder een vergrootglas ligt, ga je dingen voor je houden of durf je dingen niet te zeggen. Daar heb ik mee gespeeld. Met zo’n uitgangspunt kon ik heel veel kanten op.
Zou een dergelijk verhaal ook werken in een stad?
Nee, dat zou heel anders zijn. Daar leef je anoniemer. Ik heb bewust gekozen voor zo’n kleine gemeenschap. Ik bedacht de naam Vierschoten voor mijn fictieve dorp: herkenbaar en het bekt lekker. Ik woonde toen nog in Voorschoten en al schrijvende nam de naam een eigen plek in in het verhaal.
De karakters in Noodlot zijn heel divers. Je laat winnaars en verliezers aan het woord, in de breedste zin.
Dat klopt. Wat ik heb geprobeerd, is een breed scala aan verschillende personages neer te zetten met allemaal hun eigen (culturele) achtergrond. Het volkse stel heeft een ander sociaal culturele achtergrond dan de religieuze man, en Manuel heeft letterlijk een andere achtergrond vanwege zijn adoptie. Het interessanter als je verschillende inkleuringen hebt qua personage. Je kunt ze beter uit elkaar houden, maar je kunt ze ook in hun opvattingen goed tegenover elkaar zetten. Tijdens het schrijven ging dat eigenlijk vanzelf. Van tevoren wist ik niet hoe dat zich tot elkaar zou verhouden. Ik had wel een aantal piketpaaltjes gezet maar wist nog niet hoe dat zich zou ontwikkelen.
Ik wist al schrijvende wel wie welke rol zou gaan spelen, dat wordt voor de lezer ook wel duidelijk tijdens het lezen. Met een aantal personages kon ik de lezer een moment van geluk gunnen, om daarna een of meerdere plot twists te laten plaatsvinden.
In Noodlot lijkt iedereen wel iets te verbergen te hebben; sommigen hebben grote geheimen en sommigen wat kleinere maar met grote gevolgen.
Dat geldt voor iedereen, denk ik. Iedereen vertelt wel eens niet helemaal de waarheid. Soms om iemand te pleasen, zo van wat zie je er mooi uit terwijl je toch iets anders denkt. Maar je kunt ook een leugen vertellen om zelf even niet in een ingewikkelde situatie te belanden, en je kunt daarbij ingehaald worden door de waarheid zodat je niet meer terug kunt. Heb je eenmaal een leugentje verteld en er gebeuren dingen die je niet voorzien had, probeer je er dan nog maar eens uit te redden. Het wordt dan moeilijker en moeilijker. Dat geldt voor meerdere personages. Iedereen in Noodlot heeft wel wat te verbergen – dat is wel de gemene deler. Iedereen houdt iets voor zich of vertelt een halve waarheid. Dat je daarin verstrikt kunt raken zonder dat dat in eerste instantie de bedoeling is, vind ik interessant. En in Noodlot gaat dat natuurlijk wel heel erg mis.
Zou je ook andere genres dan thrillers willen schrijven?
Ja, ik heb tijdens mijn boekpresentatie gezegd dat ik wel eens een waargebeurd verhaal zou willen schrijven, niet per se van een bekende Nederlander maar over iemand met een bijzonder levensverhaal, wat ik dan in een mooie vorm zou kunnen gieten. Dat lijkt me leuk om te doen omdat ik ook wel eens zou willen ervaren hoe het is om niet alles zelf te hoeven verzinnen. Aan de ene kant is het helemaal gaaf om zelf de regie te hebben, je kunt het zoveel uit de hand laten lopen als je zelf wilt bij een thriller, aan de andere kant is het ook erg lastig.
Ik worstel daar uiteraard ook wel mee. Bij 20.000 woorden zat ik bij Noodlot echt op een dood punt, ik dacht dat het niet spannend genoeg was. De eindscène zou wel knetteren, wist ik, maar hoe krijg je ook het tussengedeelte spannend? Daar kun je op vastlopen. Bij een echt gebeurd verhaal heb je in ieder geval het verhaal op zich, je hoeft het alleen maar in een goed vat te gieten. Ik onderschat dat overigens niet, want het moet wel lezenswaardig zijn, de hoofdpersoon moet nog steeds een interessant iemand zijn en het moet geen drama verhaal worden wanneer iemand veel heeft meegemaakt. Het is een kunst apart, ik weet niet of ik het kan maar het lijkt me wel gaaf. Ik zoek dan een historisch of maatschappelijk verhaal dat ertoe doet. Meer dan alleen maar een persoonlijk treurig verhaal. Een persoonlijk blij verhaal is ook leuk maar dat is geen verhaal, dat weten we allemaal. De lezer verdraagt echter ook niet te veel ellende, er moeten wel positieve elementen of veerkracht in zitten.
Dat zit in je thrillers eigenlijk ook wel, die maatschappelijke vraagstukken. De ethiek van een loterij bijvoorbeeld; het gokken, het chantabele element, eigen rechter spelen. Is dat iets wat je graag verwerkt in je thrillers?
Ik bedenk dat eigenlijk nooit van tevoren. Ik zou willen dat ik heel diepzinnig was en vooraf een heel maatschappelijk verantwoord verhaal met diepere lagen zou kunnen bedenken, maar dat ontstaat eigenlijk tijdens het schrijven. Dan helpt zo’n haakje van de Postcode Loterij wel. Het vraagstuk of geld gelukkig maakt, is meteen beantwoord: not. Ik ben ervan overtuigd dat geld per definitie niet gelukkig maakt. Of je nu rijk of arm bent, dat maakt geen ene bal uit. Je kunt met heel weinig heel gelukkig zijn. Ik kan heel blij worden van kleine dingen.
Met Stem! had je natuurlijk ook iemand die zichzelf wilde laten zien – een zoektocht naar erkenning. Met Meesterdeal had je een maatschappelijk gevoelig onderwerp en nu eigenlijk ook. Zijn dat dingen waar je je druk om maakt?
Ik kan me er wel in verplaatsen en me er iets bij voorstellen. Hoe denkt zo iemand wanneer die voor zo’n situatie komt te staan? Het grappige is dat er in Noodlot en Meesterdeal en parellellen zitten: in Noodlot zit een groot leeftijdsverschil tussen twee personages en in Meesterdeal heb je Eva en haar leraar. Trouwens in Stem! ook, Trudy was een beetje verliefd op die blinde docent. Ik realiseer me dat dat iets is wat terugkomt in alle drie mijn boeken: relaties waar de aantrekkingskracht aanwezig is, is maar waar er tegelijkertijd sprake is van een ongelijke machtsverhouding.
Dat merkte ik tijdens het lezen van Noodlot. Er zit een aantal lagen in, waaronder relationele onderlagen. Een familiereünie en het ongemak daarvan, geheimen binnen een relatie, relatiebreuken. Het is veel meer dan alleen een spannend verhaal.
Dat heb je eigenlijk wel in elke thriller, de relationele ongemakken. Dat maakt het menselijk. Maar nu je het zegt, ik moet eigenlijk een serie maken. In het volgende boek een jonge vent met een oude(re) vrouw. Als schrijver moet je een bepaalde herkenbaarheid hebben, natuurlijk, haha.
Je hebt je eigen stem ontdekt. Ben je al met een nieuw verhaal bezig?
Ik ben bijna twee jaar met dit boek bezig geweest, met een onderbreking van een half jaar. Als je dan niet nu al je tijd en energie in de pr steekt, dan kun je die 1,5 jaar eigenlijk weggooien. Ik vind het een gemiste kans als je er niet alles uithaalt wat erin zit. Je schrijft een boek omdat je gelezen wilt worden. Dan moet je die PR echt serieus nemen.
Soms ben ik bijna de hele dag bezig met het verspreiden van nieuwsberichten en het contact leggen met boekhandelaren. Vandaag heb ik het artikel van De Telegraaf gemaild naar de wethouder van de gemeente Zuidplas. De polder waarin Noodlot zich afspeelt, oftewel waar Vierschoten ligt, is eigenlijk een lege polder, de Zuidplaspolder. In die polder komt een vijfde dorp. Zuidplas bestaat uit vier kernen, Moerkapelle, Zevenhuizen, Moordrecht en Nieuwerkerk a/d IJssel en precies in die polder komt dat vijfde dorp, dat is er nog niet. Dus eigenlijk heb ik met Vierschoten dat dorp al beschreven zonder het me bewust te zijn. Dat is supergaaf en cool. Het moet nog ontstaan maar er is al een heel verhaal over geschreven. Ik heb het bericht naar de wethouder gestuurd, ik wil er een officieel moment van maken, waarbij ik een exemplaar van Noodlot aan de wethouder van Zuidplas overhandig met het idee van hier is het boek, Nu ontkom je er eigenlijk niet meer aan om het vijfde dorp Vierschoten te noemen. Zo zie ik qua pr steeds mogelijkheden en dat vind ik ook onwijs leuk om te doen.
Een ander voorbeeld is Vrouwenpolder. Het kan niet anders dan dat het boek daar in de boekwinkel moet liggen want daar is die PostcodeKanjer echt op 1 postcode gevallen. Maar er is in dat kleine dorpje geen boekhandel, dus ik heb de lokale supermarkt gebeld. Paul Corbijn van PLUS supermarkt was er gelijk voor in. Er komen daar veel toeristen dus nu ligt Noodlot daar in een display in de supermarkt. Vervolgens ben ik ook in contact gekomen met omroep Zeeland, en met het huis-aan-huisblad De Bode voor een telefonisch interview. Ik denk oprecht dat het voor Zeeland een heel leuk verhaal is. Omdat iedereen in Zeeland het verhaal van Vrouwenpolder kent. Voor mij is het nu de uitdaging om mijn boek in Zeeland een extra impuls te geven. De uitgeverij is tegelijkertijd alle boekhandelaren in Zeeland gaan bellen.
Daar ben jij sowieso heel goed in. Je bent heel goed in marketing, om jezelf als een soort merk neer te zetten.
Ik probeer op de juiste momenten de juiste dingen met elkaar te verbinden. Vandaag móest het artikel van De Telegraaf naar die wethouder van Zuidplas, dat is actueel. Morgen ligt diezelfde krant in de kattenbak.
Met corona werkt het allemaal wel wat anders: ik mis het om naar de boekhandel te gaan om te signeren. Ik heb het dit jaar pas twee keer gedaan, op verzoek van een boekhandelaar. Het heeft echt meerwaarde, misschien niet direct qua hoge verkoopaantallen op die dag maar wel qua mond-tot-mond reclame.
Merk je verschil nu je bij uitgeverij Prometheus zit?
Ik doe dezelfde dingen die ik deed, ik zoek overal naar mogelijkheden. Kijken waar de kansen liggen om je boek in beeld te laten komen, waar kan ik op inhaken? Het verschil is wel dat ik in mijn eentje niet zo snel bij De Telegraaf was uitgekomen, dat komt vanuit de uitgever. Het was een heel leuk gesprek met journalist Bertjan ter Braak. Als auteur in je eentje lukt je dat niet, de dag- en weekbladen worden overspoeld met berichten van mensen die zelf iets uitgeven en die allemaal media-aandacht willen hebben. Bij Prometheus zijn er maar enkele Nederlandse thrillerauteurs; Simone van der Vlugt, Esther Verhoef, René van Rijckevorsel en ik. Als Prometheus een persbericht stuurt, dan besteedt de media daar sneller aandacht aan. Zo heeft er in Trouw een recensie gestaan, in de Margriet, in het Flair & Viva Zomerboek, in de Vriendin ook. Dat zijn fijne dingen. Dat krijg je zelf bijna niet voor elkaar. En de inkoop door de boekhandel, natuurlijk. Het is echt bijzonder; waar ik ook kom, ik zie overal Noodlot liggen.
In Noodlot is Dick Kloppenburg de mentor van Evy. Wie is jouw mentor geweest op schrijfgebied?
Wat een leuke vraag. Die heb ik niet echt. Wel ik heb heel veel aan de Moordwijven, als inspirators en om mee te klankborden. Waar gewenst lezen we elkaars werk, Ingrid Oonincx heeft bijvoorbeeld het manuscript van Noodlot gelezen, omdat zij journalist is en zich hier goed in kon verplaatsen. De Moordwijven zijn allemaal echt goede schrijvers. Ze geven eerlijke kritiek op je werk op een opbouwende manier. Ook chatten we met elkaar als we vastzitten in het schrijfproces, praten over hoe je om kan gaan met de media, enzovoort. Dat is zo fijn. Ik heb dus eigenlijk vier mentoren, mijn Moordwijven collega’s.
Wat is jouw ultieme manier van ontspannen als je vast komt te zitten in je verhaal?
Wat voor mij het beste werkt, is gewoon doorschrijven. Stilzitten en naar het plafond staren helpt niet. Ik kan niet wachten op inspiratie, dat komt toch niet vanzelf. Mijn advies is, zet gewoon die eerste versie op papier. Ook al denk je dat het helemaal niets is, ga gewoon door. Alleen door het schrijven komt er weer creativiteit op gang en kom je in de flow.
Maar ik vind het ook belangrijk om meer te genieten van andere dingen. Daar waar ik in het weekend een groot deel van de dag schreef, ga ik nu wat vaker, na een uur vier schrijven, eropuit, wandelen met mijn lief of een stad bezoeken. Die dingen zijn ook belangrijk in het leven. Je kunt wel alleen maar ambitieus zijn, maar waarom moet een boek over een halfjaar af zijn en niet over driekwart jaar?
Je geeft ook schrijfcursussen en organiseert schrijfvakanties. Hoe lastig is dat in deze tijden van corona?
Mensen zijn inderdaad wat voorzichtiger geworden en het blijft natuurlijk onzeker, maar we hebben nu al aanmeldingen voor de schrijfvakantie in Frankrijk in mei 2021, dus daar kijk ik naar uit.
Ik wil ook meer schrijfcursussen in Nederland geven. In november bied ik een cursus levensverhalen schrijven aan in de bibliotheek van Oegstgeest.
Ik vind het gewoon superleuk om mensen op weg te helpen, niet alleen met hun schrijfproces, maar ook met de vervolgstappen. Als je een geweldig boek hebt geschreven en je doet niets aan PR, alleen al om je te profileren bij een uitgever, dan is dat doodzonde. Ik denk dat je dat vanaf het begin al moet meenemen. Steeds meer uitgevers vragen om een marketingplan, als auteur moet je actief meedenken om je boek onder de aandacht te brengen.
Zie je veel verschil tussen de tijd dat Stem! uitkwam en Noodlot?
De boekenwereld is nog steeds een vrij traditioneel wereldje. Ik ben constant op zoek naar nieuwe mogelijkheden, hoe je een andersoortige marketing kunt bedrijven. Ik hou onwijs veel van boekwinkels en bibliotheken, maar een groot deel van de nieuwe doelgroep – jonge mensen, komt er nooit. Je zal online en digitaal moeten kijken hoe je die kan bereiken. Dat is zo’n zee aan mogelijkheden, zie je dan maar te onderscheiden. Het is ingewikkeld, maar ik vind het leuk om out of the box te denken. Er is wel wat veranderd. De boekenbloggers zijn vaak heel jong, het is heel leuk om te zien hoe zij reageren. Die hebben best veel volgers en dat genereert ook allerlei reacties. Het is een trouwe doelgroep die je serieus moet nemen.
Marlen signeert op zaterdag 12 september tussen 14.00-16.00 uur bij Boek en Buro in Zutphen.
Lees hier meer over de Moordwijven