Titel: Welkom bij de club
Auteur: Thomas van der Meer
Genre: Roman
Uitgeverij: Pluim
Publicatiedatum: Oktober 2019
Aantal bladzijdes: 159
Recensie: Yfke
Cover
De cover van Welkom bij de club is een van de fijnste die ik in tijden heb gezien. Een mooie zilveren menselijke vorm op een zeegroene achtergrond, met daaromheen zilverachtige confetti die van het mensfiguur af zou kunnen komen of daar naartoe kunnen vloeien om een volledig mens te maken. Heel mooi ontwerp!
Auteur
Welkom bij de club is de debuutroman van Thomas van der Meer (1986). Met de opbrengsten van dit boek hoopt hij zijn nieuwe badkamer te kunnen financieren.
Achterflap
Thomas werd geboren met een andere naam in een ander lichaam. Wanneer hij besluit te worden zoals hij zich voelt, lopen de reacties sterk uiteen. Mevrouw Krabbenborg, zijn manager, steekt haar mening niet onder stoelen of banken en schept er plezier in steeds weer te benadrukken hoe ingewikkeld het is. Dennis van de IT verwelkomt hem met open armen in team XY. En zijn moeder geeft trots voor de tweede keer in zijn leven zijn naam op bij de gemeente. Wanneer zijn transitie achter de rug is, besluit Thomas dat hij klaar is met de vooringenomen reacties en gooit het roer om. Hij begint aan een nieuwe baan op een plek waar niemand weet van zijn verleden, maar zelfs dan gaat het niet allemaal vanzelf. Want het hokjesdenken zit er diep in, bij de meeste mensen.
In The Office-achtige scènes schetst Van der Meer met de nodige hilariteit een eerlijk beeld van hoe het is om in transitie te gaan en hoe de omgeving daarop reageert, en legt daarbij de vinger op de zere plek: uiteindelijk willen we allemaal toch graag gewoon normaal zijn, en bepaalt dat voor een deel ons gedrag naar anderen toe.
Mijn mening
Een transitie is geen keuze, maar een noodzaak.
-Thomas van der Meer
Welkom bij de club wilde ik graag lezen om eens een beter beeld te krijgen van iemand die trans is, hoe het transitietraject er ongeveer uitziet, en hoe mensen reageren wanneer je hen vertelt dat je transgender bent. Dank aan uitgeverij Pluim voor het verstrekken van mijn recensie-exemplaar!
Welkom bij de club is geen dik boek, maar heeft toch eenzelfde krachtige uitwerking door de heerlijk gortdroge manier waarop Thomas vertelt (al had ik een dikker boek echt niet erg gevonden). In korte stukjes neemt hij je zonder te veel woorden mee door zijn leven, beginnende met die keer dat de moeder van een vriendje hem erop wijst dat hij een meisje is.
In feite houdt Welkom bij de club je een spiegel voor. Iedereen wil normaal zijn (niemand is normaal) en dat bepaalt hoe we ons gedragen naar anderen. Wat Van der Meer heel goed weet te doen in dit debuut, is laten zien dat de mensen om hem heen die hem met andere ogen bekijken – of ze hem nu accepteren, vreemd vinden of doordraven in hun drang om te laten zien hoe gewoon ze hem vinden – zelf misschien nog wel de vreemdste figuren zijn. Familie, collega’s, huisartsen, begeleiders van praatgroepen … iedereen. Zonder prekerig te klinken of met een vinger te wijzen. Er zit geen belerende toon achter de scènes die Thomas beschrijft, oordelen mag je als lezer zelf vellen. Je krijgt de ruimte om de ergernis, verbijstering, blijdschap of ontroering (pagina 145-147, ja toch) in een scène te vinden. Soms pak ik dit boekje opnieuw op om stukjes te lezen, of schiet me op een willekeurig moment iets uit het boek te binnen dat ik nog eens wil herlezen.
Ik had een account aangemaakt op een online transgendercommunity. Die avond opende ik mijn eerste topic. De titel luidde: ‘Waarom is iedereen gestoord?’
Maar zij wisten het antwoord ook niet.
‘Houd moed,’ zeiden ze.
Ik hoop dat veel mensen zich zullen laten verleiden tot het lezen van dit boekje. Al lees je maar één keer een boek over de ervaringen van een transgender persoon, gewoon uit nieuwsgierigheid of omdat je tante je oom blijkt te zijn, laat het dan dit boek zijn. Niet alleen is het een eerlijke, grappige vertelling zonder poespas, het helpt Thomas een stap dichterbij zijn nieuwe badkamer.
Vijf sterren voor dit klein-maar-fijne debuut van Thomas van der Meer.
~ Yfke Brandhout