Hoe je alles in je leven behapbaar kunt maken
Voor mijn zesde boek had ik de lat torenhoog gelegd. Het gevolg was een enorme blokkade. Het verhaal had ik dan wel in grote lijnen uitgedacht, maar er kwam geen woord op papier zonder er eindeloos over te twijfelen. Ik schrapte alles wat ik had geschreven. Het leek erop dat boek zes er nooit zou komen.
Zo kon het niet verder. Ik keek eens kritisch naar mijn schrijfpatroon. Dat kwam erop neer dat alle ‘magic’ op één dag in de week moest gebeuren. Daardoor werd mijn schrijfdag een dag vol torenhoge verwachtingen. Starend naar mijn lege scherm kreeg ik een enorme aandrang tot schrijfontwijkend gedrag in de vorm van stofzuigen, wasjes draaien, online shoppen en andere zaken die ik beter niet, of op andere dagen, zou kunnen doen.
Denk aan een dik boek van ruim driehonderd pagina’s. Dat is veel. Dat is groot. Op zich niet gek dat ik daarvan in paniek raakte.
Ineens wist ik het. Ik moest het schrijfwerk terugbrengen naar kleine stukjes. Behapbaar maken en zo het plezier in schrijven terugvinden.
Dat werkt. Voortaan schrijf ik elke dag, zeven dagen per week,vijfhonderd woorden. Meestal ben ik binnen een uur klaar. Ik schrijf uit de losse pols en mag van mezelf nog niet kritisch zijn op het resultaat. Dat komt later. Bij elkaar opgeteld kom ik op een mooi weektotaal. Bijkomend voordeel is dat ik door het dagelijks schrijven helemaal in het verhaal zit.
Deze aanpak levert in april of mei 2020 een eerste versie op. Die versie is verre van perfect, maar beter dan dat vreselijke, lege scherm. Daarna ga ik dat dagelijkse uurtje inzetten om te herschrijven of om na te denken over het verhaal. Ik ga ervan uit dat boek zes eind 2020 af is.
Het fijne van deze methode is dat je hem overal op kunt toepassen. Leg de lat niet te hoog, maar maak het behapbaar, of het nu over een uur of over vijf minuten gaat. Er is wat discipline voor nodig, maar als je even je telefoon weglegt of de tv uitzet heb je al tijd gewonnen om iets te doen wat je energie en een beter gevoel geeft.
Voor mij werkt het, misschien voor jou ook.
Ingrid Oonincx (Baarle-Nassau, 1968) is thrillerschrijver, columnist en communicatieadviseur op een hogeschool. Ze studeerde journalistiek en woont met man en twee zonen in Tilburg.
Ingrid heeft vijf goed ontvangen thrillers op haar naam staan. Haar nieuwste boek is Pretty Boy (2018), volgens de lezers een aangrijpende pageturner over afkomst en identiteit. In 2016 verscheen Medicijn, een actuele, meeslepende thriller die inspeelt op het verlangen van veel mensen om zo lang mogelijk jong te blijven. Eind 2013 kwam de thriller Sluipweg uit over de impact van een traumatische gebeurtenis op een groep jongere. In 2011 verscheen Botsing een ijzingwekkende psychologische thriller gebaseerd op een ware gebeurtenis. Ingrid debuteerde in 2010 met Nickname, dat werd genomineerd voor de Schaduwprijs voor het beste Nederlandstalige thrillerdebuut en de Crimezone Award voor de beste Nederlandstalige thriller.
Kijk voor hier meer Moordwijven columns.
(uitgelichte foto: Pixabay.nl: geralt)