H U M O R
(door Karin Kallenberg)
Als een man humor heeft, dan heeft hij bij mij een heel grote streep voor, gemaakt door een dikke zwarte viltstift en drie uitroeptekens erachter. Als een vent rake grapjes maakt, dan lig ik aan zijn voeten. Het geeft niet of die voeten in versleten pantoffels gestoken zijn, of dat over zijn sixpack in wording een dikke vetlaag ligt, of dat hij eigenlijk een onbehouwen gast is die zijn sigarettenpeuken dropt in onze kliko. Met grapjes lok je me als een wesp naar een pot jam.
Dimitri’s humor is subliem. We hebben de afspraak om niet te zeggen wie welk hoofdstuk geschreven heeft, en vaak is dat ook gewoon een mix, maar ik wil nu wel verklappen dat de grapjes in B.B. voornamelijk van hem komen. Ook mijn echtgenoot heeft een prettige dosis droge humor, van die opmerkingen waar je nog dagen om blijft gniffelen. Een paar dagen geleden hoorde ik hem opeens in zijn werkkamer in Amsterdam zeggen: ‘Ik heb boze schapen.’ In lichte paniek snelde ik naar hem toe om vanaf een groot computerscherm aangeschaapt te worden door een eh… boos schaap.
Mijn echtgenoot is een niet onverdienstelijke hobbyfotograaf en verantwoordelijk voor de omslagfoto van Penitenza en De orde. Als het weer het toelaat vaart hij in ons bootje door het Oostzanerveld en omstreken, plaatjes schietend waarmee hij o.a. zijn of mijn website, of iemand anders gelukkig maakt.
Geëmotioneerd keek ik naar het scherm terwijl ik de tranen van mijn wangen veegde. Dit is niet te doen, wát een boos schaap! Solidair met mijn echtgenoot bleef ik bij zijn bureau staan om te mopperen op het beest.
‘Je moet cheese blaten als mijn man langs vaart met zijn camera,’ beet ik het woldragende herkauwende dier toe. ‘Dat je schaapachtig kijkt willen we nog door de vingers zien. Maar dat je er ook nog eens zo verdomde giftig uitziet, vind ik echt niet kunnen!’ Ik hief, en daar schaam ik me nu eigenlijk wel een beetje voor, mijn vuist op naar het lammetje van weleer.
Begripvol legde mijn man zijn hand op mijn arm om hem te laten zakken.
‘Lieve Karin, mooiste en meest sexy vrouw ter wereld,’ zei hij vergoelijkend.
‘Kijk eens naar die Neanderthaler wenkbrauwen, het beest kan er ook niets aan doen. Het zou hetzelfde zijn om Jeroen van den Boom af te rekenen op zijn chagrijnige look.’
‘Nou goed dan,’ mokte ik. ‘Als jij het niet erg vindt dat hij je foto verpest…’ Ik liep de kamer uit. ‘Toch vind ik het gemeen,’ zei ik nog even snel voordat ik de deur dichttrok.
Maar ach, hoe gaat dat. Ik vergat het boze schaap en we vlogen naar Rome om de volgende dagen ons huis niet uit te komen, omdat er buiten nu eenmaal geen airco is en wel tijgermuggen.
Net sta ik keihard in de keuken Roma Capoccia mee te brullen als ik opeens vanuit mijn mans werkkamer hoor: ‘En nu heb ik een boze koe!’ Meteen liet ik het dienblad met mijn mooie kristallen glazen vallen om me naar mijn echtgenoots cave te reppen. Om regelrecht in de tronie te kijken van een zeer vertoornde koe. De moed zonk me in de schoenen. Wat is dat met dat vee in het Oostzanerveld? Vinden jullie mijn man niet leuk of zo, dat jullie hem zo laaghartig bejegenen? Nou, dan heb ik nieuws voor jullie. Mijn man is heel leuk. Jullie weten niet half wat jullie allemaal aan grappige grapjes missen.
Maar tussen twee haakjes: wat ik ook heel aangenaam vind, zijn accenten. Sjonnie van Polopos heeft én een accent én humor, dus ik vraag al bijna of hij met me wil trouwen, clownskapsel incluis. Dat we beiden al voorzien zijn, moet dan nog even humoristisch opgelost worden.
Onze buurman in Amsterdam heeft ook zo’n lekker vet accent. Soms blijf ik expres dralen in de tuin om over de schutting formuleringen op te vangen als: Nou ja, kehk, dat ken wel so sehn… Waarna ik na een paar zinnen tevreden een kopje koffie ga zetten. Zijn broer heeft eigenlijk een nog sterkere regionaal gekleurde tongval, maar die woont niet naast ons, dus ik behelp me dan wel even met zijn broer.
Toen ik een jaar of vijftien was kwam er boven ons in Osdorp een taxichauffeur wonen. En het is eeuwig jammer dat ik meneer niet stiekem opgenomen heb, want hij was onbetaalbaar. Ik had werkelijk nog nooit iemand zo plat Amsterdams horen praten met een bijbehorende voor mij exotische woordenschat. Een voorbeeld is het woord luilebal, dat hij frequent bezigde en dat voor altijd een vaste plek in mijn hart veroverd heeft.
Wij scholden thuis helemaal niet. En als we dan ons ongenoegen moesten uiten zeiden we dommerd, of sukkel. Als je stommerd van je broers of zus hoorde had je het heel bont gemaakt en moest je een paar dagen onderduiken. Vandaar dat luilebal meteen zijn glanzende positie verwierf om hem nooit meer kwijt te raken. Maar alleen met de juiste uitspraak: leulebal.
Dimitri heb ik het ook geleerd, inmiddels is het mijn vaste scheldwoord voor hem geworden. Hoort hij ook eens iets educatiefs. En tegen mijn man zeg ik gewoon — pieeeep —
Shit zeg. Nog censuur ook hier bij dat Thrillers and More.
Karin Kallenberg schreef samen met Dimitri van Hove de thrillers B.B. en Penitenza. In november verschijnt bij uitgeverij Ellessy De orde.
Volg Karin op Facebook, Instagram of ga naar haar www.karinkallenberg.nl
Volg Karin & Dimitri via www.karinendimitri.info