Op mijn negende besloot ik de jongste debutante ooit te worden en dat was best een logisch voornemen. Er was net een boek uitgekomen van een twaalfjarig meisje over haar verblijf in een sanatorium. Ik was nogal competitief dus dat moest te verbeteren zijn. Door mij dus. Want ik vertelde verhalen vanaf dat ik kon praten. Ik las kinderen op de kleuterschool voor uit een dik boek terwijl ik met enige regelmaat de pagina’s omsloeg ver voordat ik kon lezen. Ik verzon maar wat. Ik viel door de mand toen een jongetje zei: Mijn vader leest ook uit dat boek voor en dan is het heel anders. Ik zal vast een geloofwaardige verklaring verzonnen hebben, zoals ik zo veel verzon. Realiteit en fantasie mixen leek mij een uitermate plausibele manier om door het leven te hobbelen, maar daar was niet iedereen het mee eens. ‘Niet liegen,’ hoort bij de vaste kreten uit mijn vroegste jeugd.
Alleen een belangrijke karaktertrek om op welke leeftijd dan ook te debuteren ontbrak bij mij ten enenmale. GEDULD. En dat heb je heel erg nodig om een boek te af te kunnen maken. Alle begin is moeilijk geldt voor veel, niet voor boeken. Afmaken is het grote probleem. Elk verhaal in je hoofd moet woord voor woord opgeschreven worden, zin na zin, elke gedachte, elke beschrijving moet je neerpennen of neertikken. Het is verhalen vertellen in slowmotion. Later als ik groot zou zijn, dan had ik vast genoeg geduld.
Helaas, de fantasie om boeken te schrijven bleef overeind, Het ongeduld ook. Dus ik ging columns schrijven. Lekker kort.
Tot een uitgever ontdekte dat ik die columns echt helemaal zelf schreef en vroeg of ik me niet op een boek wilde storten. Hoe uniek zo’n verzoek. Ik kon niet weigeren, ik wilde niet weigeren. Mijn discipline zou het van mijn ongeduld winnen. Dat wist ik zeker. Ik had zo veel te vertellen! De droom zou uitkomen.
‘Niet liegen,’ was in dit geval ook een zinnige kreet geweest.
Schuimende slippers, okay niet elke werktitel is briljant, werd niet mijn debuut. Ik kwam niet verder dan een paar hoofdstukken. Met hangen en wurgen en veel geworstel. Niet door gebrek aan geduld trouwens. Ik wilde LITERATUUR schrijven. Ik had een enorme zendingsdrang om belangrijke gedachtes en visies de basis te laten zijn van het verhaal en dan ook nog in prachtige originele taal. Ik martelde mijzelf met allerlei complexe structuren. Schrijven was nou eenmaal lijden. Na een paar hoofdstukken had ik genoeg geleden. Einde verhaal.
En toch: in 2014 was daar ineens een boek. Het gerecht. Daarna volgde Een schitterend ongeluk, en 15 april is er Moordenaarsstorm, deel één van het tweeluik Siciliaanse kronieken. In juni volgt deel twee: De mannen vallen.
Maar waarom lukt het nu wel? Ben ik eindelijk volwassen genoeg en kan ik GEDULDIG aan mijn lijstje eigenschappen toevoegen? Was het maar waar. Al die woordjes neerpennen om een verhaal te vertellen blijft zwoegen en ploeteren.
Er is een andere simpele reden.
Ik heb een morbide geest.
En daarna kwam ik er achter dat louter je verstand gebruiken iedere fantasiestroom indamt als je een verhaal wilt vertellen. Ik gebruik nu alleen mijn verstand om een naadloos kloppend plot te krijgen maar de drijvende kracht van mijn boeken is mijn fantasie gecombineerd met die morbide geest.
Ik schrijf spannende boeken!
Mijn ideale houvast om een verhaal te vertellen. Spannende verhalen moeten af! Ik kan moeilijk dierbare personages in gruwelijke omstandigheden aan hun lot overlaten.
En mijn zendingsdrang? Die is er nog steeds. Er is genoeg om over na te denken in mijn boeken, als je zou willen, maar het hoeft niet.
Ik was als kind een verhalenverteller en dat ben ik nog steeds.
Oh, en het idee voor Schuimende slippers is toch nog in een boek verwerkt. Zonder de slippers, zonder het schuim, maar er vallen wel doden. Ai!
Het is de bron geworden voor Moordenaarsstorm.
Je verleden reist altijd met je mee, al heeft het soms behoorlijk wat vertraging.
Op 15 april vindt de boekpresentatie van Moordenaarsstorm plaats bij boekhandel Scheltema Amsterdam om 16:30 uur.