Vrijdag 2 november 2018: als ik ‘s ochtends om half 8 op het station aankom, blijkt dat het weer hommeles is met de trein richting Gouda, iets met een kapotte bovenleiding. Nu is te laat komen op mijn werk vervelend, maar er staat vandaag nog iets anders gepland en dit treingedoe maakt me dan toch wel een beetje nerveus. Ik hoef namelijk maar een half dagje te werken omdat ik ‘s middags hele leuke dingen ga doen. Om 14.00 uur is er in Utrecht een meet & greet (georganiseerd door Bookspot) met niemand minder dan Karen Rose! Daarna is er ook nog een persconferentie met Karen bij haar uitgever De Fontein waarvoor Thrillers & More is uitgenodigd, dubbel feest!
In 2006 las ik het eerste boek van Karen Rose en sindsdien koop ik blind elk boek dat er uitkomt.
Uiteindelijk kom ik aan in Gouda, die ochtend werken vliegt voorbij en om half 1 vlieg ik de deur uit richting het station. Er rijden treinen naar Utrecht, maar beduidend minder dan normaal. Om iets over 1 kom ik aan op Utrecht Centraal en niet veel later komt Manon ook de roltrap op. Op naar VBK Media!
Bij aankomst op het Herculesplein is het meteen duidelijk waar we naartoe moeten en we worden bij VBK hartelijk ontvangen. Nog even wachten, want de lunch met Karen is net afgelopen en de boel moet even opgeruimd en verplaatst worden. Er komen nog een aantal meet&greeters waaronder Liesbeth Rörik & Ellen Reurings, gezellig!!
Eenmaal binnen word ik aangesproken door Ester van De Fontein, leuk om je te ontmoeten! Wel eens eerder gezien, maar nog nooit de hand geschud. Ze vertelde dat Karen het er al over had gehad dat er een blogger zou komen die ze de dag ervoor in Antwerpen had ontmoet en dat ze een visitekaartje had gevraagd en gekregen (nee, ik stalk niet!).
Manon en ik zitten aan tafel met 5 andere dames, waaronder Liesbeth en Ellen, gezelligheid ten top! Aan de andere tafel zitten ook ongeveer 6 personen, een mooi klein clubje zo alles bij elkaar.
Karen wordt geïntroduceerd door de uitgever, Claudia. Karen is van de ‘cornerstones’ van De Fontein. Inmiddels 17 vertaalde boeken van haar, de volgende verschijnt in februari en wat De Fontein betreft blijft het daar niet bij.
Karen vertelt kort over het boek dat net in Nederland is verschenen, Niets te vrezen. De hoofdpersoon kwam al eerder kort aan bod in het eerste boek van Karen en ze wist gewoon dat Dana’s verhaal wilde vertellen. Dana runt een opvanghuis voor vrouwen en Karen moest bedenken wat het ergste was dat haar zou kunnen overkomen…om daar vervolgens nog een schepje bovenop te gooien. Soms schaamt ze zich wel een beetje voor zichzelf, maar ja, de slechteriken doen nu eenmaal wat de slechteriken doen.
Ze haalt haar inspiratie overal en nergens vandaan, bijvoorbeeld uit het nieuws, maar ook uit persoonlijke ervaringen. In het boek Op de hielen heeft ze bijvoorbeeld een gebeurtenis verwerkt uit haar eigen leven, iets wat haar man is overkomen toen hij zijn werk deed. Hij nam destijds ontslag en ze zijn verhuisd om hun gezin te beschermen. Het heeft vijftien jaar geduurd voordat ze het op papier kon zetten omdat het zo traumatisch was.
Ze haalt ook inspiratie uit verhalen die anderen haar vertellen over wat ze hebben meegemaakt. Haar vrienden kennen haar inmiddels goed genoeg om te weten dat ze wellicht op een of andere manier in haar boeken verwerkt worden. Karen vertelt dat een vriend van haar een rolletje kreeg in een van haar boeken en dat hij enorm teleurgesteld was omdat hij bleef leven; dat heeft ze later weer goed gemaakt door hem een andere rol te geven en hem wreed aan zijn eind te laten komen, waarop Claudia zich als vrijwilliger aanbiedt voor als er op enig moment een uitgever vermoord moet worden. ‘Oh but I have already killed off a Claudia!’.
Karen praat makkelijk en veel, heel veel, ze vertelt dat ze de meiden van de uitgeverij de opdracht heeft gegeven dat ze gewoon tegen haar moeten zeggen als ze teveel praat, ‘just tell me to shut up, I take no offense!’.
Maar voorlopig laat iedereen haar lekker kletsen. Je mag alles vragen en ze geeft enthousiast antwoord, niets is te gek! Er wordt haar onder andere gevraagd wanneer ze stopte met werken en zich volledig richtte op het schrijven. Ze vertelt dat ze na 11 september haar baan verloor en dat het toen duidelijk werd dat spaargeld ook zo op is en ze raakten hun huis kwijt. Ze hadden het geluk dat ze in konden trekken bij vrienden totdat ze er financieel weer bovenop waren, anders waren ze dakloos geweest. Het heeft even geduurd voordat ze van het schrijven kon leven, vanaf boek 6 of 7 denkt ze zelf.
De ene anekdote is nog leuker dan de ander en we krijgen ook een trotse moeder te zien die vertelt over de trip naar Japan met haar man en dochter, waarna ze vervolgens in haar uppie terugvliegt naar New York om Thanksgiving met haar andere dochter te vieren.
We hebben maar een uurtje en dat vliegt dan ook voorbij. Er moeten nog boeken gesigneerd worden dus het is ‘shut up Karen, and sign those books!’. Dat doet ze dan ook braaf. Om ondertussen dan weer afgeleid te worden door een vraag of een opmerking en vrolijk verder te kletsen. En niet te signeren. Na een aantal fotomomentjes is het tijd om afscheid te nemen. Voor nu.
We krijgen nog een leuke Bookspot goodiebag en ik schiet Karen nog even aan. Ik had nog een zakje chocolade kruidnootjes voor haar meegenomen. Haar ogen worden zo groot als schoteltjes ‘oooh those are perfect writing snacks!’. Ze moet ze wel voor haar man verstoppen, want hij eet altijd alles op zegt ze.
Om 16.00 uur kunnen Manon en ik weer naar binnen, tijd voor de persconferentie. Ik zie een aantal bekenden van o.a. Hebban en we zijn met zijn tienen (inclusief Karen), met z’n allen rondom een tafel met Karen aan het hoofd. En verdorie, weeeeer van die lekkere hapjes. Complimenten voor de catering, echt waar, heerlijk!
Na een kort introductierondje volgt de eerste vraag; in hoeverre is Karen veranderd als mens, als schrijver ten opzichte van de persoon die ze pakweg tien jaar geleden was?
Als mens is ze veranderd na een ongeluk dat ze vier jaar geleden kreeg. Ze is van een paard gegooid, vloog over een hek en belandde twee meter verder en ze is daarna niet meer de oude geworden. Als moeder is ze veranderd, haar dochters zijn ouder geworden en je maakt je nog steeds zorgen zegt ze, alleen over andere dingen. Waar zou ze zich nu over tien jaar zien? Dan is ze bijna 65 jaar (‘Oh my god, that is HARD to say!’) maar dan schrijft ze nog steeds wat haar betreft, ze ziet zichzelf dan nog niet stoppen, misschien doet ze het rustiger aan, maar stoppen niet.
De boeken van Karen zijn nogal lijvig en er zijn altijd behoorlijk wat personages. Hoe houdt ze die in vredesnaam uit elkaar? Ze vertelt dat ze allemaal in haar hoofd zitten en de een is nog luidruchtiger dan de ander; het is er nogal chaotisch. Vanaf de Baltimore-serie is ze meer begonnen met plotten, ze wist precies waar ze met de serie naartoe wilde. Ze is toen ook van uitgever gewisseld. Daar werd gevraagd wat ze zou willen doen en ze wilde een serie schrijven zoals Law & Order, 2 politieagenten en 2 advocaten en hoe ze met elkaar samenwerken en de Baltimore-serie volgde. Ze had alle personages bedacht, er werden er een paar toegevoegd en aan het eind van de serie had ze een grote familie.
Ik vraag haar hoe moeilijk het voor haar is om haar personages los te laten, zeker gezien het feit dat ze zo snel schrijft. Ze vindt het heel moeilijk, maar haar personages komen ook regelmatig terug en er is er altijd wel weer een wiens verhaal ze wil vertellen. Daar moet ze dan echt de tijd voor zoeken en nemen. Eigenlijk heeft ze gewoon een wachtrij van personages die op hun beurt wachten en die rij krijgt regelmatig een update. Als een personage niet in de rij staat, dan komt hij/zij ook niet aan de beurt. Maar ze moeten wel in de rij staan, want ze mist haar personages gewoon. Ze krijgt ook verzoekjes van fans; ‘wanneer schrijf je over die en die? Hij is al zooo lang alleen’. Rustig aan, hij komt aan de beurt, hij staat in de rij! ‘Zeker aan het eind van een langere serie is het moeilijk om los te laten omdat ze gewoon vrienden van je worden’, zegt Karen. Iets waar haar man zich af en toe een beetje zorgen om maakt, ‘je weet dat ze niet echt zijn he?’. De onverwachte personages maken het schrijven het leukst, dat er ineens iemand opduikt en zich opdringt en dat ze denkt, hey, wat is zijn of haar verhaal? En dan kun je plotten wat je wil, maar dat heeft dan niet zoveel zin meer.
Ze heeft een spreadsheet waarop ze al haar personages bijhoudt. Personages die al ‘aan de beurt’ zijn geweest, hun namen (ze heeft al tot drie keer toe een receptioniste genaamd Stacey gebruikt en ze zagen er alle drie anders uit, oeps!) en personages waar ze in de toekomst nog meer mee wil doen. Ze wordt regelmatig verrast door personages tijdens het schrijven en dat maakt het juist zo leuk.
Ze doet natuurlijk ook research, maar niet specifiek voor een boek. Veel informatie haalt ze uit dingen die ze ergens gezien, gelezen of meegemaakt heeft. Alles slaat ze op ergens in haar geheugen en het komt eruit wanneer ze het nodig heeft. Ze heeft bijvoorbeeld eens per ongeluk een autopsie meegemaakt. Ze kreeg een rondleiding door een mortuarium (iets wat niet heel makkelijk is, je moet echt een reden hebben om er te zijn of iemand kennen). Een van haar beste vrienden is arts op de eerste hulp en hij vroeg haar wat ze wilde doen als ze elkaar weer zagen. ‘Can you get me into the morgue?’. Ze vertelt dat ze enkel en alleen het laboratorium wilde zien en onder geen beding een autopsie, daar zat ze niet op te wachten. Ze legt uit dat ze het, los van het feit dat het gewoon griezelig is, respectloos zou vinden naar de overledene toe. ‘Ik zou als ik dood was ook niet willen dat Jan en alleman naar me kwam kijken als ik op zo’n tafel zou liggen.’. Tijdens die rondleiding kwam ze toch in de autopsieruimte terecht en stond ze aan de grond genageld terwijl ze keek naar een lijk dat daar op de tafel lag. Dat is haar jaren bij gebleven en uiteindelijk heeft ze dat in een boek gebruikt.
En ook tijdens dit gesprek vertelt Karen met veel humor een aantal anekdotes. Ze vertelt dat ze ontmoetingen met mensen ook gebruikt als inspiratie voor personages, zoals de keer dat ze aan de praat raakte met een man op een vlucht van Tampa naar New York. Hij was een freelance piloot en hij vertelde dat hij bijvoorbeeld ‘s ochtends in Barcelona kon zijn en later op de dag in New York, waarop Karen tegen hem zegt: ‘jij hebt de perfecte baan voor een seriemoordenaar! Want dan heb je geen vast patroon!’ En hij keek haar aan….waarop zij zei: ‘ik schrijf thrillers!’. Of de keer dat ze iemand sprak die zich bezighield met windmolens en zij hem vroeg: ‘Wat nou als iemand een persoon aan een van die bladen vastbindt…hoe lang zou het duren voordat die persoon dan overlijdt?’. ‘Ik schrijf thrillers!’. De gesprekken die ze heeft o.a. met betrekking tot het omleggen van mensen, over het wel of niet dood laten gaan van personages, zorgen af en toe voor hilarische momenten, dat is wel duidelijk. Het schrijven van thrillers heeft ook zijn uitwerking op de rest van haar gezin. Haar man en dochter gingen een keer samen een vriezer kopen. Haar man deed de vriezer open en zei ‘Hoeveel?’, waarop dochter antwoordt: ‘Minstens zes’. De verkoper vraagt: ‘Zes wat?’. ‘Lichamen’, was het antwoord.
Als ik haar vraag welke van haar boeken haar favoriet is, legt ze uit dat dat van haar bui afhangt. Het boek dat ze zelf echt heel leuk vindt, is I’m watching you/In het vizier. Een boek dat ze in zeventien dagen schreef. Zo snel heeft ze nooit meer een boek geschreven.
Er zijn veel vrouwelijke thrillerschrijvers, hoe zou dat komen? Hoe denkt zij daarover? Karen zegt dat ze veel thrillers leest van zowel mannelijke als vrouwelijke schrijvers en dat er duidelijk een verschil is in stijl. De focus is anders. En ze heeft het idee (en ze geeft duidelijk aan dat dit zeker niet de standaard is en dat ze dit baseert op de schrijvers die zij zelf leest) dat je bij mannelijke schrijvers slechts vanuit een perspectief leest en dat vrouwelijke schrijvers meerdere perspectieven in hun verhaal verwerken en het verhaal van verschillende kanten bekijken. ‘En wij schrijven gewoon betere seksscenes.’ vindt ze. Ze leest zelf graag de boeken van Lisa Gardner en Michael Connelly.
Op de vraag of ze eens een boek zou willen schrijven samen met een andere auteur, bijvoorbeeld Lisa Gardner, antwoordt ze: ‘Ik zou zeker geen nee zeggen.’
Het uur zit er alweer op en het is weer tijd voor een fotomomentje en het signeren van boeken. Na de groepsfoto moeten Manon en ik helaas toch echt weer richting station en kunnen we niet nog langer blijven.
Hartelijk dank Bookspot voor de high tea, Uitgeverij De Fontein, Ester, Tina en Claudia: enorm bedankt voor de uitnodiging voor de persconferentie, wij hebben een ontzettend leuke middag gehad! (Tina: dank je wel voor de groepsfoto!).
And of course: Karen, thank you so much for answering our questions and making us laugh. Keep telling your stories, we will keep on reading them!
En hou de website in de gaten…binnenkort komt er een winactie online met een extra kadootje van Karen zelf: leuk voor onder de kerstboom!