Wij hadden een gesprek met onze Auteur van de maand Loes den Hollander. Haar nieuwste boek Mij zie je niet kwam uit op 17 augustus bij uitgeverij De Crime Compagnie.
Kun je in het kort omschrijven waar je nieuwe boek over gaat, en waarom je juist voor dit thema hebt gekozen?
‘Mij zie je niet’ gaat over een onverteerbaar verdriet dat uitmondt in moord en doodslag. Centraal staat de dood van een meisje dat een einde aan haar leven maakte door het pestgedrag van klasgenoten. Je leest er tegenwoordig veel over en meestal staat het pestgedrag centraal. Ik was al een tijd bezig met overdenken waartoe de zelfmoord van een dochter zou kunnen leiden bij een nabestaande en daardoor koos ik voor dit thema.
Je hebt een hele zware tijd achter de rug vanwege de lichamelijke problemen van zowel jezelf als je man, en de zorgen zijn er nog steeds. Hoe krijg je het voor elkaar om toch de draad van het schrijven weer op te pakken?
Ik denk dat iedereen een zware tijd op haar/zijn eigen manier te lijf gaat. Voor mij was schrijven een mogelijkheid om aan de zorgen en teleurstellingen te ontsnappen en onbereikbaar te zijn voor verdriet en wanhoop.
Hoe blijf je nadat je al zoveel boeken hebt geschreven inspiratie vinden voor een nieuw boek?
Ik zoek de inspiratie niet op, maar wacht tot die mij benadert. Als ik ga zoeken vind ik niets, dat heb ik inmiddels vaak genoeg ervaren. Het is een kwestie van geduld hebben en me niet druk maken als een nieuw idee op zich laat wachten.
Hoe lukt het je om je zorgen even aan de zijkant te zetten en waar geniet je dan het meeste van?
Schrijven is dus een goede afleiding, maar ik ben gelukkig van nature een ras optimist en ik kan mezelf tamelijk goed uit de put denken en praten en sleep gewoon degene die er ook in zit met me mee. Mijn man en ik hebben samen veel te verstouwen gehad en we kunnen samen huilen, maar ook samen lachen. Ik kan zelf helemaal opgaan in een mooie film of een interessant tv-programma, samen kunnen we enorm genieten van klassieke muziek.
Je hebt zelf in de gezondheidszorg gewerkt, wat heb je daar precies gedaan? Beïnvloedt dit ook je onderwerpen van je boeken?
Ik ben in de gezondheidszorg begonnen als ziekenverzorgster, werd daarna psychiatrisch verpleegkundige en eindigde mijn carrière als directeur van een zorginstelling. In verschillende boeken komen gezondheidszorgthema’s langs en mijn hoofdpersonen zijn regelmatig niet helemaal fris in het hoofd. Ik vind gekke mensen al mijn hele leven interessant.
Er zijn echt al heel wat boeken door jou geschreven, heb je een idee wanneer het er in jouw ogen genoeg zijn?
Geen idee, en ik wil het ook niet weten.
Vind jij dat jouw boeken altijd een maatschappelijk thema bevatten? Zo ja, wil je er dan ook een boodschap mee uitdragen?
Ik schrijf over onderwerpen die in het dagelijks leven voorkomen, maar ik heb niet de intentie een boodschap af te geven. Laat graag aan de lezer over of die er iets mee wil en kan doen.
Hoe vaak per week schrijf je?
Net zo veel en vaak als ik wil. Ik heb geen vast schrijfschema of tempo, ik zie wel wat de dag brengt. Meestal schrijf ik in de beginfase van een nieuw manuscript weinig, dan speelt zich vooral nog veel af in mijn hoofd. Naarmate een verhaal vordert, ga ik meer achter de computer zitten en word ik steeds minder bereikbaar.
Hoe lang doe je ongeveer over een boek?
Ongeveer drie maanden.
Wat raad je beginnende schrijvers aan?
Ik raad beginnende schrijvers altijd aan om hun werk te laten beoordelen door een manuscript beoordelaar. Dat kost geld, maar het kan een goede investering zijn in je ontwikkeling als schrijver.
Wat is je favoriete schrijfplek?
Mijn eigen bureau in onze eetkamer.
Hoe ga je te werk als je een idee hebt voor een verhaal? Begin je gewoon met schrijven en laat je je door je verhaal leiden of weet je wel waar het naartoe moet gaan?
Ik weet meestal in grote lijnen waar het naartoe moet gaan, maar laat me tijdens het schrijven graag verrassen door verhaalwendingen of plotideeën waar ik nog niet aan had gedacht. Het is meer dan eens voorgekomen dat ik door nieuwe inzichten halverwege een verhaal van koers moest wijzigen en hele passages moest herschrijven of verwijderen. Dat houdt het voor mij ook spannend.
Zijn de personages in je boeken gebaseerd op mensen die je kent?
Niet rechtstreeks, maar ik gebruik wel elementen van gedrag of gebeurtenissen.
Welk personage lijkt het meest op jou?
Volgens mij zit ik zelf in veel personen. Vrienden vinden me regelmatig in mijn verhalen terug, maar nooit in totaal. Maar als ik één persoon zou moeten kiezen in wie veel van mijzelf tot uitdrukking komt is het Ageeth Vos uit ‘Zielsverwanten’.
Heb je een bepaald personage waar je met heel veel plezier over hebt geschreven? Zoja wie en waarom? En ook een personage waar je mee hebt geworsteld?
Ik ben zelf nog altijd onder de indruk van Emma uit ‘Driftleven’. Ze is natuurlijk gestoord en bijna staatsgevaarlijk, maar ook zo kwetsbaar dat ze me blijft ontroeren. Ik heb geworsteld met zoon Bjorn in ‘Troostkind’. Eerlijk gezegd wekken dit soort kinderen veel weerstand bij me op, maar dat geldt ook voor moeders die bijna verzuipen in moederliefde. Ik worstelde dus niet alleen met Bjorn, ook met zijn moeder Astrid.