In augustus nemen we Jeroen Windmeijer ‘onder de loep’. Zijn nieuwe boek Het Pilgrim Fathers-complot verschijnt 7 augustus bij uitgeverij HarperCollins en is het laatste deel van de Leidse trilogie. Hoogtijd om nader kennis te maken met deze verhalenverteller.

Kilik hier voor deel 1 en deel 2 van het interview.

Deze week het derde en laatste deel.

De vergelijking met Dan Brown is natuurlijk snel gemaakt. Was het ook jouw inspiratie?
Absoluut, ik heb al zijn boeken met heel veel plezier gelezen. Zijn laatste boek, Oorsprong, was alleen wel een enorme teleurstelling: Robert Langdon is in een museum waar een moord wordt gepleegd en samen met een heel knappe vrouw weet hij nog maar net te ontsnappen terwijl een katholieke moordenaar hen op de hielen zit. Af en toe moest ik echt op het omslag kijken om te checken dat ik toch echt niet de Da Vinci Code aan het lezen was!

Maar ik heb heel erg veel bewondering voor de snelheid van zijn boeken, er staat geen zin te veel in eigenlijk. Alles staat ten dienste van het plot. De thema’s die hij aansnijdt, vind ik ook altijd leuk en goed gevonden. Wel vind ik dat hij soms wel erg bezig is met het bashen van het geloof in het algemeen en van het christendom in het bijzonder. Zelf probeer ik dat te vermijden. Daarom vond ik het zo mooi dat Vrij Nederland in de Thrillergids over me schreef: ‘(…) subtieler dan Dan Brown en met meer respect voor religie’. Maar zijn boeken, en religieus getinte thrillers van andere schrijvers, zijn absoluut een belangrijke bron van inspiratie voor me geweest en zijn dat nog.

Hoe systematisch ga je te werk? Heb je een volledig idee waar je heen wilt of wordt  dit pas duidelijk tijdens het schrijven?
Voor alle drie de boeken heb ik dus eerst een half jaar research gedaan. Veel boeken gelezen of herlezen, veel op internet rondgestruind en veel filmpjes op Youtube bekeken, bijvoorbeeld documentaires of presentaties van rabbi’s of theologen over geloof. Het idee waarmee ik de studie ben gaan doen, rijpt meer en meer tot ik op het moment kom dat ik er klaar voor ben om te gaan schrijven. Tot nu toe had ik telkens het einde van het boek in mijn hoofd en ook wel de beginscène, maar voor de weg daartussen in had ik nog niets uitgewerkt. Het verhaal groeit organisch, al schrijvende, en de ene scène roept de volgende op. Ik schrijf dus heel snel, soms wel een hoofdstuk van 10 of 15 pagina’s op één dag. En als het dan goed gaat, zit je op een goed spoor en wordt je voortgestuwd door de innerlijke logica van het verhaal. Hoe verder je komt, hoe minder kanten je op kunt uiteindelijk, maar het is me altijd gelukt al schrijvend een uitweg te vinden. En vaak kun je dan weer dingen gebruiken die je eerder opgeschreven hebt! Bij het herschrijven gooi je dan heel veel weg en kun je gerichter vooruitwijzingen in je boek gaan stoppen omdat je dan pas weet hoe het verhaal afloopt.

Voor mijn nieuwe boek, dat zich in Bolivia afspeelt, heb ik voor het eerst echt een schema gemaakt: drie delen van telkens acht hoofdstukken met per hoofdstuk omschreven wat er zo ongeveer gebeurt. Mijn manier van werken heeft iets inefficiënts en levert mijn redacteur ook heel veel extra werk op, omdat er na de eerste versie veel omgegooid moet worden. Als je van te voren beter nadenkt over wat je op wilt schrijven, bewandel je wellicht minder paden die nergens toe leiden. Ik weet nog niet hoe dat gaat werken. Uiteindelijk heeft iedere schrijver zijn eigen werkwijze. Sommigen zijn jaloers op mijn grote productie op één dag, maar dat zijn dan weer mensen die één pagina schrijven die dan ook direct goed is. Uiteindelijk ben je dan allebei misschien evenveel tijd bezig geweest, maar ieder volgens een eigen tempo en plan. Dit snelle schrijven, waarbij mijn vingers soms het tempo van mijn gedachten niet bij kunnen benen, is misschien wat voor mij het beste werkt, we gaan het zien.

In De bekentenissen van Petrus en Het Pauluslabyrint schroom je er niet voor wat heilige huisjes omver te werpen: systematisch weerleg je voor waarheid aangenomen feiten en zaag je de poten onder het Christendom vandaan. De basis van het Christendom is feitelijk het resultaat van wraakgevoelens van een man die zijn liefde voor een vrouw niet beantwoord zag. Hoe reageert men op je verhalen?
Ik werk op een christelijk lyceum met best wat vrome collega’s om het zo maar te zeggen en veel leerlingen met een christelijke achtergrond. Maar ook die collega’s lezen mijn boeken graag, sommigen hebben mijn boeken al meerdere keren cadeau gedaan, soms zelfs aan hun eigen dominee. Of er zijn Bijbelse leeskringen die mijn boeken lezen, als studie en als vermaak, om er met elkaar over te discussiëren. Het verhaal over Paulus, die wraak had willen nemen op de joden, omdat de dochter van de hogepriester hem afgewezen had, heb ik niets eens zelf verzonnen. In een tweede-eeuws evangelie van de Ebionieten – die volgens veel geleerden de echte christenen zijn, namelijk joden die Jezus als leraar accepteren zonder dat ze geloven dat hij God was – komt dit verhaal al voor!

Het gaat me er helemaal niet om om gelovige mensen te ontmaskeren of ze op hun nummer te zetten. Ik merk dat ook aan de reacties. Dat bijvoorbeeld een moeder na een ouderavond even naar me toekomt om te vertellen dat mijn boek haar ‘in de war’ heeft gebracht, maar dat haar geloof nog wel fier overeind staat.

Mensen vóelen ook dat het er mij niet om te doen is om wie dan ook belachelijk te maken. Zelf ben ik eindeloos gefascineerd door Jezus en kan ik altijd over hem lezen, zowel in de Bijbel als in boeken over hem. Ik denk niet dat ik ooit genoeg van Jezus zal krijgen.

Het Pilgrim Fathers-complot brengt ons naar Amerika en andere exotische plaatsen. Welke grenzen wil jij nog verleggen?
Op mijn computer heb ik nog hele stukken staan van romans waar ik nooit mee verder gegaan ben. Ik heb zeker vier, vijf boeken zo, van sommige heb ik een pagina of 30-40 geschreven, van andere wel meer dan 100. Maar die zijn helemaal anders dan wat ik tot nu toe gepubliceerd heb. Geen thrillers dus, maar meer novelles of romans. Omdat ik nu natuurlijk in de eerste plaats bekend ben als thrillerschrijver wil ik die nog even laten liggen. Het is ook verwarrend wellicht als je opeens met iets anders komt.

‘Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars.’ Wil je met je verhalen ook iets rechtzetten?
De verliezers laten in het algemeen geen geschriften na omdat ze letterlijk onder de zoden gestopt zijn, of omdat hun versie gewoon verloren gaat in het grote verhaal van de overwinnaar dat uiteindelijk een soort waarheidsgehalte krijgt. Ik wil inderdaad met mijn verhalen laten zien dat er voor iedere geschiedenis die we kennen – en ik richt me dan in de eerste plaats op het christelijke verhaal – er ook een andere kant is, die vaak minder bekend is.

Het christendom is als winnaar uit de strijd gekomen, maar er waren talloos veel godsdiensten in het Midden-Oosten in die tijd die een god kenden die in het voorjaar stierf – meestal rond 21 maart – en dan drie dagen dood was. Dan stond hij weer op en vierden mensen dat hij weer tot leven gekomen was. In heel veel culturen maakten mensen broden of koeken in de vorm van hun god die ze vervolgens op aten om zo deel te krijgen aan zijn kracht. Die dronken wijn dat zijn bloed symboliseerde. De natuur leek dood, maar was toch weer tot leven gekomen! De god, vaak een graangod of een andere vegetatieve god, was gestorven zoals een graankorreltje in de aarde, maar was weer boven de grond gekomen en bracht weer nieuwe graankorrels voort in de vorm van maïskolven. Doordat die graankorrel zich ‘opgeofferd’ had – was ‘gestorven’ in de grond – hadden de mensen weer te eten en konden ze leven.

En dan is het bijzonder dat als je jouw versie van het verhaal – Jezus die in de lente dood gaat en opstaat en wiens lichaam en bloed zijn volgelingen eten en drinken – bestempelt als ‘waarheid’ en al die andere versies tot mythologie verklaart. Dat is zoiets als wanneer iemand die in Sinterklaas gelooft tegen iemand, die de Kerstman aanhangt, vertelt dat de Kerstman niet bestaat.

De christelijke versie van het lenteverhaal is gaan domineren, maar het was maar een van de verhalen die toen verteld werden. Door toevallige omstandigheden, zoals het genie van Paulus en de bekering van keizer Constantijn tot het christendom, is het een wereldreligie geworden. Voor hetzelfde geld hadden we een heel andere god aanbeden in het Westen, zoals Mithras bijvoorbeeld of Osiris, wie zal het zeggen?

Het Pilgrim Fathers-complot is het einde van de Leidse trilogie. Heb je al ideeën voor een nieuw verhaal?
Ja, op dit moment loop ik rond met twee ideeën voor nieuwe trilogieën. Van HarperCollins heb ik nu drie (!) nieuwe boekcontracten gekregen voor de volgende serie. Voor mij is het echt geweldig dat de uitgever zo’n groot vertrouwen in mij heeft en het zó ziet zitten in mij!

Ik heb drie synopsissen ingeleverd en alle drie de boeken gaan zich afspelen in Latijns-Amerika, waar ik jaren gewoond heb, als student, als promovendus en later ook als reisleider. Het eerste boek gaat over Bolivia en heeft offers als thema, offers aan Moeder Aarde maar ook offers in een meer brede zin van het woord. Het tweede boek speelt zich in Guatemala en het derde in Mexico. Ik heb de ideeën al uitgewerkt, maar die houd ik nog even voor me… Daarna ligt er een trilogie op stapel die in het Midden-Oosten gesitueerd is: Egypte, Israël en Turkije – die heb ik ook al min of meer uitgewerkt. Het ontbreekt me niet aan ideeën, maar aan tijd.

 

(uitgelichte afbeelding: HarperCollins Holland)

Ik ben Alexander, bouwjaar 1973. Ik lees graag thrillers en fantasyboeken. Zelf schrijf ik korte verhalen, doe mee aan schrijfwedstrijden en werk aan mijn eigen boek. Ook ben ik bouwkundig tekenaar en hou ik van Formule 1 en wielrennen.

Leave a Reply

  • (not be published)