In de reeks Summer Stories is het de beurt aan Alexander. Wat doe hij zoal op vakantie, doet hij überhaupt iets op vakantie en wat heeft die badmeester er nu mee te maken?
Aangezien ik al sinds 1994 fulltime in de bouwsector werk als bouwkundig tekenaar, bestaat mijn vakantie meestal uit de ‘bouwvak’. Verplicht drie weken thuiszitten, zo ervaarde ik het vroeger. Drie weken werden al snel twee weken (nee joh, ik werk wel een weekje door in de vakantie), totdat ik bijna geen vakantie meer opnam.
In mijn jonge jaren kon de vakantie mij gestolen worden, ik gaf er niet om en werkte veel liever dan dat ik thuis drie weken lang op de bank televisie zat te kijken/liggen – ik was jong, ik wist niet beter. Ik gaf er toen niet zoveel om, en eerlijk gezegd het geld was er ook niet naar om in het hoogseizoen ergens achter een slagboom te gaan zitten.
Nu de eerste grijze haren in aantocht zijn (ze zijn er nog niet, ik ontken alles), merk ik dat steeds vaker behoefte heb aan vakantie. Waar ik me vroeger nog schuldig voelde wanneer ik een dag vrij nam, terwijl ik aan het einde van het jaar nog 20 vakantiedagen overhield, is dat schuldgevoel toch wel erg ver weggezakt.
Dit jaar bijvoorbeeld zijn we in juni een lang weekend naar Londen geweest voor een concert van Pearl Jam, nadat we ze eerder die week twee keer in Amsterdam hebben zien spelen. Samen met Yfke, zoon Jordi en diens vriendin naar onze favoriete band, de band waardoor Yfke en ik elkaar hebben leren kennen 18 jaar geleden, en naar onze favoriete stad. London baby!
Het boek dat ik toen had meegenomen was De bekentenissen van Petrus van Jeroen Windmeijer. Het boek speelt zich af in Leiden, de stad waar ik ben geboren maar nooit gewoond heb, en gaat over een bronzen masker dat gevonden werd tijdens archeologische opgravingen in Leiden. Ik weet mij die opgravingen nog te herinneren en heb altijd een fascinatie gehad voor geschiedenis, archeologie en godsdienst. Des te leuker is het om dan in Londen in de St. Pauls kathedraal te staan of in het British Museum een soortgelijk masker te zien liggen. Dan komt zo’n boek toch meer tot leven.
In de zomervakantie hebben wij een week doorgebracht op het tropisch eiland Schiermonnikoog. Voor de derde keer gingen wij met de familie – bestaande uit 4 gezinnen, 13 personen – terug naar Schier. Een heerlijk eiland, waar de tijd soms lijkt stil te staan. Heerlijk in de schaduw zitten, genieten van de voorbijtrekkende badgasten, benen omhoog met een goed boek, met binnen stuiterende kinderen waar de ouders achteraan rennen – zo fijn als je kind 21 is, dan heb je dat niet meer (waag het niet om hardop te typen wat je nu denkt), lekker wandelen of fietsen en heerlijk eten. Zo fijn.
Toen ik de veerboot afstapte, viel de ePub van Het Pilgrim Father-complot van Jeroen Windmeijer in de digitale brievenbus. 521 pagina’s. Een behoorlijk aantal als je alleen maar thrillers leest van zo’n 280 tot 320 pagina’s. Maar man, wat las het fijn. In drie dagen tijd uitgelezen. In de tuin, naast bunker De Wasserman of aan het zwembad. Lezen waar het maar kon, terwijl bij het laatste het meer doen alsof ik aan het lezen was als de badmeester langsliep. Toch eens mijn eigen kasteelroman schrijven.
En omdat vakantietijd voor mij leestijd is, las ik ook nog De dood heeft blauwe ogen van Karin Hazendonk. Iets heel anders. Een keiharde thriller, de nachtmerrie van elke vader of moeder die een dochter heeft. Ik zou willen zeggen meedogenloos. Ook die ging er in twee dagen doorheen. Als laatste las ik ook nog Chateau de Provence van Marelle Boersma. Over je droom achterna gaan en dromen die een nachtmerrie worden. Drie totaal verschillende boeken, van verschillende niveaus maar alle drie fijn om te lezen.
Zomer betekent voor mij voornamelijk voor de ventilator zitten en zo min mogelijk doen. Ik heb een gruwelijke hekel aan warmte. 25 graden gaat nog prima, daarna is het gewoon niet leuk meer. Je zult mij ook niet op een strand vinden om te ‘bakken’ in de zon. Ik heb ook zo’n klassiek wielrenners kleurtje: armen, onderbenen en gezicht lichtelijk verbrand, de rest RAL 9010. Doe mij maar Edinburgh, Londen of Noorwegen. Landen waarvan je weet dat de kokosnoten ver te zoeken zijn. Of Italië, maar dan voor of na de zomer.
Begin september zit er voor mij ook nog een weekend Newcastle in. Een collega en vriend vroeg of ik als Annie (tasjesdrager/supporter) mee wilde gaan. Ja hoor, hartstikke leuk. Dus Annie goes international.
Als kers op de taart ga ik de dag na mijn verjaardag ook nog samen met Yfke naar Italië op schrijfretraite met Marlen Beek-Visser en anderen die graag schrijven. Omdat werk en hobby nogal wat tijd in beslag nemen en wegens een lichaam dat chronisch ziek is, is het uitermate fijn om even wat tijd te nemen voor de verhalen in mijn hoofd. Agriturismo country house Montesoffio zal een weeklang het toneel zijn van moordpartijen, drama’s en andere pogingen tot een succesvol schrijven van een boek.
Dus dat schuldgevoel om vrij te nemen is bij mij ver weggezakt en ik ben de verloren tijd flink aan het inhalen.
Ik wens jullie een fijne zomer of wat er van over is en vooral veel leesplezier.