Auteur Samantha Stroombergen debuteerde op 5 juni met haar thriller De witte kamer. Tijd om nader kennis te maken.
Gefeliciteerd met het uitkomen van je debuut deze maand! Heb je in aanloop hier naartoe een beetje kunnen slapen?
Dankjewel! Gelukkig hadden een vriendin en ik al een schrijfvakantie gepland voor eind mei, dus ik ben die week weer helemaal opgeladen. Nu ik weer in Nederland ben, denk ik dat ik steeds eerder wakker word door mijn ADHD-katten. Ik ben al zo druk bezig met mijn tweede thriller dat ik af en toe even ‘vergeet’ dat mijn debuut nu echt het levenslicht ziet.
We weten natuurlijk nog niet veel over je. Wie is Samantha Stroombergen? (vertel zoveel als je kwijt wil ^-^)
Zo, dat zijn de existentiële vragen. Het standaard riedeltje: ik ben 28 jaar, werk bij de KLM als copywriter, recenseer thrillers voor Hebban en Readalicious en ben sinds dit jaar dus ook thrillerauteur. Verder ben ik echt een rasintrovert. Ik vind het heerlijk om alleen te zijn en mezelf onder te dompelen in verhalen. Ik creëer ze natuurlijk zelf ontzettend graag, maar ik kan ook ontzettend genieten van de verhalen van een ander. Daarom besteed ik mijn tijd niet alleen aan boeken; ik kijk ook graag een goede serie en ik heb periodes waarin ik graag game.
Had je meteen een bepaald thema voor ogen toen je begon aan De Witte Kamer? En hoe kwam je aan dat gegeven (de witte kamer)?
Een vriendin vertelde tijdens een filmavond over een marteltechniek waarover ze had gelezen, de witte kamer. Het was niet dat er meteen een lampje ging branden. Eigenlijk vergat ik die kamer meteen weer. Ik denk dat het pas een jaar later was dat het gegeven weer de kop opstak. Ik begon me af te vragen waarom er zo’n kamer in Nederland zou zijn en wat voor persoon er dan in opgesloten zou worden. Thema’s bestonden op dat moment niet, dus dat was ook geen uitgangspunt. Ze ontstonden zelf, deels omdat het verhaal me daarheen bracht, deels omdat ik denk ik beïnvloed word door wat ik om me heen zie gebeuren.
Welk personage vond je het leukste/meest uitdagende om te schrijven? Waarom?
Lastige vraag. Ik kan er denk ik niet echt één aanwijzen die er echt bovenuit sprong. Ze hadden allemaal hun bokkensprongen, of een eigen wil eigenlijk. Dan gebeurden er ineens andere dingen dan je van tevoren bedacht had. Dat vind ik juist wel leuk, want dan gaan ze ook meer leven. Ze vervullen ook echt allemaal hun eigen rol en juist die afwisseling maakte het schrijven leuk. Zo heb je Sophie en Bobbie, die niet zo gek veel in het boek voorkomen, maar wel voor een soort ‘comic relief’ zorgen.
Heb je een bepaald schrijfritueel? Bijvoorbeeld: luister je naar muziek, heb je de televisie aan op de achtergrond, of zit je in een café te schrijven?
Niet echt. Ik ben denk ik wel een echte sprinter. Je hebt schrijvers die duizenden woorden achter elkaar schrijven. Voor mij werkt het beter om ongeveer een A4’tje te schrijven en dan een paar hoofdstukken in een boek te lezen of een aflevering van een serie te kijken. Dan schrijf ik weer een A4’tje, enzovoorts. Soms komt het voor dat ik dan zo op dreef kom dat ik toch stiekem meerdere pagina’s schrijf, maar over het algemeen werkt mijn ‘sprintmethode’ goed. Dan kan ik mijn hoofd even leegmaken voor ik weer verder ga. Uit een uitgewrongen vaatdoek komt immers niet meer zoveel.
Plan je het verhaal van tevoren helemaal uit of begin je gewoon en laat je je leiden waar het verhaal heen wil?
Beide, maar meer het eerste dan het laatste. Ik maak altijd een ruw framework, want ik heb gemerkt dat mijn verhalen zo’n skelet nodig hebben. Dat framework staat alleen niet in steen gebeiteld. Vaak krijg ik tijdens het schrijven nieuwe ideeën of inzichten en gooi ik van alles om.
Wilde je altijd al auteur worden?
Eigenlijk was mijn eerste droomberoep ‘stripmaker’ worden. Ik wilde ze tekenen én de verhalen verzinnen. Later, op de basisschool, veranderde die droom naar auteur worden. Ik wist wel dat dit lastig zou worden, maar ik ben altijd iets met tekst blijven doen. Pas een aantal jaar geleden dacht ik: fuck it, ik probeer het gewoon.
Ligt je hart ook bij andere genres of ga je het bij thrillers houden?
Om te schrijven? Mijn hart ligt vooral bij thrillers, maar ik zou ook ooit graag een historische roman willen schrijven. Of een roman over iemand die worstelt met een mentale ziekte. Een true crime lijkt me ook interessant, maar dat moet ook net op je pad vallen natuurlijk. Ik heb ooit bij het Openbaar Minsterie stagegelopen in de ‘journalistenpool’ en merkte toen dat er echt veel verhalen te vertellen zijn die in de kranten soms niet eens verschijnen.
Zou je graag een keer samenwerken aan een boek? Zo ja, met wie dan en waarom deze persoon?
Oei, lastige vraag weer. Ik ben best specifiek als het op stijl aankomt en zou het denk ik moeilijk vinden als iemand dan op een andere manier schrijft. Aan de andere kant heb ik op internet vaak meegeschreven in verhalen-RPG’s en daarin merk je dat samenwerken echt goede impulsen kan geven. Ik denk dat ik zelf niet naar een samenwerking op zoek zou gaan, maar ik er wel voor open zou staan als de juiste persoon toenadering zoekt. Corine Hartman bijvoorbeeld. Ik heb niet veel van haar gelezen (konden we maar alles lezen!), maar ze lijkt vaak interessante onderwerpen uit te kiezen.
Heb je ooit overwogen om onder een pseudoniem te schrijven?
Ik krijg deze vraag best vaak, misschien door mijn über-Nederlandse achternaam. Eigenlijk heb ik dit nooit overwogen. Ik verberg het niet voor mijn omgeving dat ik schrijf en ik vind het te veel moeite om dan allerlei dubbele social-media-accounts bij te moeten houden.
Je bent zelf een boekenwurm, wat lees je graag? Is er een auteur die je als voorbeeld ziet?
Qua historische romans lees ik ‘graag’ over de Tweede Wereldoorlog; ik vind het mooie verhalen. Verder true crime (psychologie!) en als het over thrillers gaat lees ik het liefst over de speurneuzen. Ik hoor vaak mensen roepen over ‘whodunits’ versus ‘whydunits’ en dat de speurneuzen per definitie in deze eerste categorie horen. Ik zie het zelf allemaal niet zo zwart-wit. De verhalen met de speurders erin (lees: rechercheurs, maar ook journalisten en advocaten) kunnen over van alles gaan: van huiselijk geweld tot aan Russische invloeden in de politiek. De speurders zelf staan over het algemeen ook objectief in het onderzoek in plaats van dat ze er middenin zitten. Dat vind ik interessant. Ik heb niet echt een auteur die ik als voorbeeld zie, maar hier een lijstje van namen die ik graag lees: Karin Slaughter, Mo Hayder, Sharon Bolton, Gillian Flynn, Tom Rob Smith, Terry Hayes en Jussi Adler-Olsen.
Wat doe je graag als je niet met lezen, bloggen, recenseren of schrijven bezig bent?
Series kijken, gamen (van Life is Strange tot The Last of Us), uit eten gaan en ontsnappen uit escaperooms. Dat laatste doe ik overigens niet vaak, maar ik vind het leuk om te puzzelen en te moeten samenwerken.
Kijk je graag naar films/series? En zo ja, heb je nog tips voor ons?
Vooral series, eigenlijk. Films kijk ik niet zo gek veel meer. De laatste die ik keek was de nieuwe Avengers, die ik overigens wel heel tof vond. Qua series vind ik Broadchurch, Luther, Sherlock, The Killing en The Handmaid’s Tale tof, al hebben de meesten die waarschijnlijk al gezien. En ik kijk nu naar La casa de papel, een Spaanse serie over een bankoverval. Ook een aanrader. Mijn geheime eeuwig-bestaande zwaktes zijn overigens Buffy the Vampire Slayer, Veronica Mars en Friends.
Kun je alvast een tipje van de sluier oplichten over je volgende boek? Is het een vervolg?
Eh… Altijd lastig hoeveel je hierover kunt zeggen zonder té veel weg te geven. Er komt in ieder geval een volgend boek, ja, en ik ben al best ver met het schrijven van de eerste versie. Ongeveer halverwege, denk ik. Over het onderwerp wil ik nog niet zoveel kwijt. Wat ik wél kan zeggen is dat Léon en Hanna inderdaad terugkeren. Hun verhaal is nog niet helemaal verteld.
En last but not least: waarom zouden wij allemaal De Witte Kamer moeten lezen?
O help, zelfpromotie, daar ben ik geen ster in. Maar De witte kamer is denk ik een interessant aspect in een thriller – daarom heb ik die invalshoek natuurlijk ook gekozen. Want wat als je je ogen opendoet en je ineens alleen wit ziet, waardoor je op een gegeven moment zelfs gaat twijfelen welke herinneringen echte herinneringen zijn en wat hallucinaties waren? Daarnaast probeerde ik met mijn thriller te laten zien dat je niet altijd een boze ex nodig hebt om je personages interessant te maken. Mijn hoofdpersonages zijn een oom en nichtje die samen een sterke band hebben en de oom in kwestie is gelukkig getrouwd met zijn vrouw. Ik kom de exen net iets te vaak tegen, zowel in de boeken zelf als in tips voor het schrijven van een thriller. Misschien ben ik daarin ook gewoon een beetje koppig en wil ik dan bewijzen dat het ook anders kan.