Onlangs verscheen De stilte van het water van Norman Jansen. Wie is de man achter dit verhaal.
Wie is Norman Jansen? Welke woorden zijn op jou van toepassing?
Een levensgenieter! Of beter gezegd een wereldreiziger die van het leven probeert te genieten. Woorden die van toepassing zouden kunnen zijn…….ambitieus, recht door zee maar ook een doorzetter.
Hoe ben je gekomen tot het schrijven van dit boek? Wanneer was voor jou het moment daar dat je zoiets had ‘dit ga ik opschrijven’?
Het verhaal van ‘De stilte van het water’ is begonnen door mijn ervaringen in 2010 van me af te schrijven. Ik ben zelf op Haïti geweest tijdens en na de vreselijke aardbeving die aan duizenden mensen het leven heeft gekost. Ook op Tortola, een ander belangrijk eiland uit mijn boek, ben ik enige tijd werkzaam geweest. Met name alle emoties en herinneringen schrijf ik dan van me af. Totdat ik deze herinneringen met iemand deelde en die mij vertelde dat ik hier iets mee zou moeten doen. In eerste instantie had ik hier niet de behoefte aan, maar na aandringen van deze persoon ben ik toch begonnen met het herschrijven van mijn herinneringen en ervaringen. Ik wilde bewust niet dat het een verhaal zou worden over mijn persoon, in tegendeel ik wil het verhaal vertellen van een van de vele jonge moeders die in dezelfde situatie zitten als mijn hoofdpersoon Ladymia. Dat gaf mij ook de energie om het verhaal ‘rond’ te maken, wetende dat haar verhaal waar ik een klein deel van heb meegemaakt, dat haar verhaal nu bekend zal worden bij het grote publiek.
Is schrijven iets wat je altijd al hebt willen doen?
Nee ik ben hier nooit bewust mee bezig geweest. Ik ben ook geen Neerlandicus die thuis is in de Nederlandse taal, maar kennelijk is mijn schrijfwijze wel van dusdanig niveau dat dit prettig overkomt.
Het boek is een non-fictie verhaal, heb je dan ook persoonlijk contact gehad met de twee zusjes die als hoofdpersonages in je boek voorbijkomen of zijn deze fictief?
Jazeker. Ik heb met Ladymia wekenlang contact gehad toen zij op Tortola aankwam. Urenlang hebben wij, mijn collega en ik, met haar gesproken over haar reis en haar verleden. Om redenen die na het lezen van dit boek pas duidelijk zullen worden, heb ik niet met haar zus kunnen praten.
Woonde je op het moment van de aardbeving in de buurt? Zo ja, hoe heb je dit ervaren?
Met mijn gezin woonden wij destijds op het eiland Curaçao, ruim 1000 km verder in de Caribische zee. Wij hebben de 1e aardbeving niet bewust meegemaakt, al was deze wel voelbaar op het eiland en zelfs nog verder tot in Venezuela aan toe. De andere naschokken hebben wij (mijn collega’s en ik) op Haïti wel duidelijk gevoeld. Al was het onwerkelijk om mee te maken omdat je dit natuurlijk niet dagelijks overkomt. Wat er tijdens zo’n naschok door je heengaat is onwerkelijk. Je weet niet precies hoe te handelen, er is eigenlijk geen veilige plek om direct naar toe te gaan, alleen maar hopen dat het snel voorbij gaat. En dan is er veel onrust en paniek bij de lokale bevolking. Huizen en gebouwen die na de eerste beving nog stonden, storten dan helemaal in. Een ziekenhuis waar gewonden lagen stort in en veel mensen overlijden dan alsnog. Totale ontreddering, paniek en verdriet. Deze beelden, geluiden maar ook de geur die hierna weer vrijkomt van alle lijken die her en der liggen, vergeet je nooit meer.
Is er een gedachte om dit boek te vertalen zodat de mensen aldaar het ook zouden kunnen lezen?
Er is nog niet over vertalingen gesproken. Ik weet niet of de mensen op Haïti, een van de armste landen ter wereld, zitten te wachten op een boek terwijl er geen geld is voor eten, medicijnen en andere noodzakelijke behoeftes. Daar zijn de meeste inwoners aldaar niet mee bezig. Als het gaat om het verhaal van een vluchteling op zoek naar een beter leven zou het wellicht iets zijn om met name hulpverleners ter plaatse mee te kunnen informeren. Maar ook dan rijst de vraag of dit de dagelijkse behoefte aan veiligheid etc. kan vervullen. Ik ben al blij dat er nu in Nederland lezers zijn die na het lezen een iets ander beeld hebben van de vluchteling dan voorheen. Iets genuanceerder dan voorheen wellicht, in de wetenschap dat er tussen de gelukszoekers ook echte slachtoffers zitten.
Tijdens het schrijven van dit boek, hoe kwamen de gedachten dan bij je binnen? Werd je nog boos, woedend, emotioneel?
Uiteraard. Als ik tijdens het schrijven terugdenk aan een specifieke situatie dan zie en ruik ik exact hetzelfde als op het moment in 2010. Dat schijnt normaal te zijn bij heftige situaties waar bijvoorbeeld ook ambulancepersoneel, militairen, politie en brandweer mee te maken heeft. Soms meen ik zelfs een bepaalde geur te herkennen als ik door de stad of door het bos loop. Iets prikkelt je neus dan waardoor je direct weer teruggaat in de tijd. Wat bij mij vooral opviel of eigenlijk opvalt is het blijvende gevoel van machteloosheid en de lucht van rottende lichamen…
Denk je ooit nog eens terug te keren naar de landen waarin dit verhaal zich afspeelt?
Niet direct, maar als het op mijn pad komt zal ik er zeker niet voor uit de weg gaan. Het is altijd wel interessant om na te gaan of er nu daadwerkelijk veranderingen zijn en of er stappen voorwaarts worden gemaakt door de lokale autoriteiten.
Kunnen we nog meer van dit soort ‘avontuurlijke’ non-fictie verhalen van je verwachten?
Ik hoop het. Mijn herinneringsboekje staat vol met ervaringen, soms prettig maar vaker ernstige en schrijnende situaties maar dat hoor nu eenmaal bij mijn beroep. Ik merk nu dat er interesse in mijn verhalen zijn, en ik ben nog zoekende hoe ik dat het beste van verwoorden in een verhaal/boek zonder er een ‘gelikt en sensationeel’ verhaaltje van te maken. Want dat is iets wat ik beslist niet wil. Het is nu eenmaal de realiteit en vaak met een bepaalde boodschap wat niet altijd bij het grote publiek bekend is.
Zou je nog eens een ander soort boek willen schrijven en zo ja, aan welk genre moeten we dan denken?
Daar ben ik op dit moment niet mee bezig. Er zijn voldoende kundige en getalenteerde schrijvers in met name de overige genres, en ik voel nog niet de behoefte om daarin mee te gaan. Sterker nog, ik voel mij ‘veilig’ om te kunnen schrijven vanuit mijn eigen herinneringen. Ik weet dat dit voor sommigen lastig is maar voor mij is dat juist fijn. Ik hoef niets te verzinnen om het verhaal maar kloppend te krijgen. Een paar weken geleden kreeg ik een recensie waarbij ik het even moeilijk mee had. Zij schreef namelijk dat tijdens het lezen van mijn verhaal, bij haar de tranen over haar wangen stroomde. Ik was geschokt maar al snel daarna heel trots. Kennelijk waren mijn emoties vanuit het verhaal bij haar dus puur en intens overgekomen. Het klinkt misschien vreemd, maar daardoor besefte ik pas dat dit mijn bedoeling is geweest. Mijn ziel en zaligheid overbrengen door middel van mijn verhaal, het verhaal van Ladymia.
Kun je je makkelijk afsluiten van een verhaal op momenten dat je niet schrijft of is het iets wat in je hoofd blijft rondspoken?
Op zich gaat het wel, maar er zijn momenten waar mijn geheugen mij in de steek laat en dat ik dergelijke zaken niet heb omschreven in mijn aantekeningen/herinneringsboekje. Hierover kan ik dan dagenlang lopen malen en zelfs slapeloze nachten van hebben. Maar als het verhaal dan eenmaal weer klopt is het voor mij ook klaar en leg ik het naast mij neer. Dat geluk heb ik dan weer wel.
Beschrijf eens een dag in het leven van Norman Jansen?
Momenteel bevind ik mij in Afrika, waar het inmiddels overdag al meer dan 40 graden Celsius is en de stof (smog) maar ook de rook van brandend afval inmiddels op mijn ogen en keel begint te slaan. Ik kan hier nog niet al te veel over vertellen, maar ik probeer in ieder geval inzichten te krijgen hoe het met de lokale bevolking gaat en wat mensen uit deze regio beweegt om naar Europa te willen afreizen. Ik ben samen met enkele collega’s in voorbereiding om een bezoek te brengen aan een weeshuis om de situatie te bekijken en wat de toekomstmogelijkheden voor deze kinderen zijn, zonder in handel te vallen van mensenhandelaren die de kinderen eventueel doorverkopen als seksslaaf of goedkope arbeidskracht. De omstandigheden hier zijn sober, maar maakt het tegelijkertijd wel weer duidelijk hoe goed wij het eigenlijk hebben in Nederland. Ik hoop hier over een tijdje meer over te kunnen vertellen.