Op 9 december debuteerde Marguerita Le Roy met het eerste deel
van haar trilogie Midland – De terugkeer tijdens de Boek10 presentatie in Hoorn. Samen met 9 collega’s stond zij op het podium om haar werk aan het grote publiek te tonen. Wij hadden een interview met haar.
Wie is Marguerita Le Roy?
De afgelopen dagen kreeg ik regelmatig te horen dat ik bescheiden ben, dus dat moet haast wel kloppen. Daarnaast ben ik rustig. Verlegen. En als ik mijn dag heb, kan ik best gevat zijn. Een doorzetter ben ik ook. Als ik mijn zinnen ergens op zet, bijt ik me daarin vast. Soms iets te fanatiek. Maar eens zal ik achterhalen waar die verrekte komma nou precies hoort.
Wanneer ben je begonnen met schrijven, heb je meegedaan aan cursussen of heb je het jezelf aangeleerd?
Toen ik zeven jaar geleden bedacht dat ik een boek wilde schrijven, heb ik eerst een cursus gevolgd. Gezien ik op een paar opstellen op de basisschool na nooit een letter op papier had gezet, leek het me wel handig. Vervolgens trok ik mijn eigen plan. Ik kon niet zoveel met ‘regels’ die ik maar half begreep en wilde gewoon mijn verhaal vertellen. Op mijn manier. Dus dat deed ik.
Las je vroeger veel?
Ik gok tot ik naar de middelbare school ging wel. Om de paar weken ging ik naar de bibliotheek en ik herinner me goed gevulde boekenplanken in mijn kamer. Tot mijn dertigste las ik weinig. Naar de bibliotheek ging ik niet meer, op het aanbod in winkels was ik uitgekeken en om een of andere bizarre reden realiseerde ik me pas dat fantasy bestond toen ik het zelf ging schrijven. Sindsdien heb ik de schade ruimschoots ingehaald.
Welke boeken lees je zelf graag?
Nou… Fantasyboeken dus. ‘The Broken Empire trilogy’ van Mark Lawrence is mijn favoriete serie en ik ben er nog steeds een beetje verdrietig om dat de gesigneerde, in leer gebonden omnibus was uitverkocht tegen de tijd dat ik PayPal had (wie had gedacht dat een credit card niet zou volstaan?). Dan hebben we nog Steven Eriksons en Ian C. Esslemonts ‘Malazan’ en Robin Hobbs ‘Realm of the Elderlings’. Series die ik voor geen goud had willen missen. Ik lees bijna alleen in het Engels. Veel van wat ik uitkies, is niet (geheel) vertaald en doorgaans vind ik het verhaal mooier in de oorspronkelijke taal.
Hoe ben je op het idee voor Midland gekomen?
Dat is een lastige vraag, omdat het een chaotisch proces was. Voordat ik aan de verhaallijn begon, dacht ik er al een jaar over na en had ik talloze onleesbare notities. Plus een half hoofdstuk dat ik voor een huiswerkopdracht had geschreven en per se wilde gebruiken. Hoe Midland precies tot stand kwam, weet ik niet meer. Wel weet ik dat het er niet was geweest zonder muziek. Ik kon weken achtereen hetzelfde album (of nummer) luisteren, totdat de beelden die het in me opriep een geheel vormden. Of me de oplossing voor een bepaald probleem boden.
Zou je van schrijven je beroep willen maken?
Nee. Hoewel het fantastisch zou zijn om die keuze te hebben. Schrijven is mijn hobby en dat wil ik graag zo houden. Bovendien vind ik mijn werk leuk. En mijn collega’s ook. Minder uren draaien, zodat ik meer tijd heb om te lezen of aan mijn verhalen te prutsen, zou wel fijn zijn. Maar ik red het al jaren met twee dagen om te schrijven en ongeacht het aantal uren dat ik werk, ben ik niet van plan ermee te stoppen. Midland is tenslotte een trilogie en er wacht ook nog een onvoltooid manuscript op me.
Wat vond je van het proces om van je verhaal uiteindelijk tot dit boek te komen?
Het was vooral een lang proces. Ik wilde gewoon één boek schrijven, maar een teveel aan ideeën gooide roet in het eten. Dus besloot ik dat het een trilogie moest worden en heb ik mijn notities opgesplitst in ‘deel één’ en ‘later’ en richtte ik me zoveel mogelijk op deel één. Nadat ik de ruwe versie had geschreven, begon ik echt met het bedenken van deel twee. En toen ik daarvan de ruwe versie af had, deel drie. Ik wilde niks met Midland doen voordat ik zeker wist dat ik het verhaal kon afronden.
Nadat ik Elly had bestookt met vragen, stuurde ik Midland in voor BOEK10,
in de verwachting een afwijzing te ontvangen. Ondanks dat ik niets liever wilde dan Midland uitgeven, was mijn eerste gedachte toen ze me liet weten dat ik was uitgekozen: ‘Maar nu is het niet meer van mij’. Tot mijn opluchting vond ik in Elly Godijn een uitgeefster bij wie ik met al mijn onzekerheden en vragen terechtkon en die me mijn verhaal liet vertellen zoals ik voor ogen had. Uiteraard heeft er de nodige redactie plaatsgevonden, maar ik kan met trots zeggen dat Midland míjn verhaal is.
Waar schrijf je, heb je een favoriete plek om te schrijven, schrijf je in stilte of juist met je favoriete muziek op de achtergrond?
Ik heb een kamer opgeëist om in te schrijven, waarin ik word omringd door mijn boekencollectie, dus een betere plek kan ik me niet wensen. Als ik aan een ruwe versie van een verhaal werk, heb ik altijd muziek aan, maar niet op de achtergrond. Meestal zijn het dan nummers die bij de beelden horen die ik in woorden moet zien te veranderen. Als ik herschrijf en het er wel toe doet hoe een zin loopt, doe ik dat in doodse stilte, anders kan ik me niet concentreren.
Heb je een favoriete schrijver? Met wie zou jij wel eens een dagje over schrijven willen praten?
Mijn favoriete auteur is Mark Lawrence en stiekem ben ik een beetje jaloers op hoe mooi hij schrijft. Maar daar een hele dag met hem over praten, lijkt me wat te veel van het goede. Ik praat liever over boeken. Over de verhalen zelf. Over wat ik goed vond en wat juist vreselijk, over wat me raakte of me aan het lachen maakte. Praten over het schrijven zelf, over trucjes en regels om het perfecte verhaal te creëren… Liever niet. Hoe mooi Lawrence ook schrijft, ik hoef niet te weten hoe hij dat doet. Ik hoor liever wat hij van Robin Hobbs laatste boek vindt.
Wat vond je het moeilijkste tijdens het schrijven?
Ervoor zorgen dat alles klopte. Je kunt niet in boek één iets vertellen en vervolgens doen alsof je dat niet hebt gedaan, omdat je er eigenlijk geen verklaring voor hebt. Er waren dingen die ik in het verhaal móést hebben, zoals een pad dat uit beenderen bestaat, en soms duurde het maanden voordat ik daar een acceptabele reden voor vond. Hoe dichter ik bij het einde van boek drie kwam, hoe vaker ik merkte dat wat ik had bedacht, nét niet samenging met iets uit deel één of twee. En dan lag alles even stil, ook al wist ik best hoe het verderging. Ik werk van hoofdstuk één naar een einde toe. Van allerlei losse hoofdstukken die niet keurig netjes op elkaar aansluiten, zou ik gek worden. Maar hoe lastig ik het mezelf soms ook maakte, ik vond overal een oplossing voor. Anders was ‘Midland – De terugkeer’ er nu niet geweest.
Had je van tevoren bedacht dat je een trilogie ging schrijven?
Nee. Ik was benieuwd of ik één boek kon schrijven en had mezelf daar vijf jaar voor gegeven. Kennelijk had ik meer te vertellen dan ik dacht.
Geloof je zelf in een diepere betekenis van dromen?
Niet echt. Ik geloof best dat dromen je helpen met het verwerken van gebeurtenissen uit je dagelijks leven, maar eerlijk gezegd hou ik me daar niet zo mee bezig. Ik onthoud de mijne niet eens.
Vind je het lastig om zo in de publiciteit te staan?
Best wel. Ik vind mezelf namelijk niet zo interessant en hou me liever op de achtergrond. Toch waagde ik me voor Midland in een theater om een groep mensen toe te spreken. Of toe te stamelen. Door een microfoon. Omdat ik vind dat mijn verhaal het waard is. Dit soort kleine ‘ongemakken’ hoort erbij en ik vertrouw erop dat het wel went. Ooit.
Hoe kom je aan je karakters voor je verhalen, stop je er wat van jezelf in of juist zo weinig mogelijk?
Gebeurtenissen denk ik tot in detail uit voordat ik begin met schrijven. Karakters helemaal niet. Omdat ik ‘Y zei dit en X deed dat’ wat verwarrend vind, geef ik ze een naam. Pas tijdens het schrijven worden het ‘echte’ mensen met een mening, ergernissen, angsten… De paar keer dat ik meende te weten hoe iemand ergens op zou reageren, had ik het toch mis. Dus ik laat me onderweg verrassen. Ik vermoed dat in ieder karakter wel iets van mezelf zit, in de een wat meer dan in de ander. Toch zijn ze vooral zichzelf. Ik heb hun leven niet geleid en zou nooit doen wat zij doen.
Heb je huisdieren?
Nee. Ik ben helaas zo allergisch als het maar kan.
Favoriete vakantie?
Als ik op vakantie ga, is het meestal naar een zonnige plek. Misschien niet de verstandigste keuze, gezien mijn huid de zon de afgelopen jaren niet meer zo goed verdraagt. Het scheelt dat ik het niet langer dan een uur volhoud om te zwemmen of aan het strand te liggen, voordat ik me ga vervelen. Ik ga dan ook graag ergens naartoe waar veel van de omgeving te zien is.
Wat is je lievelingseten?
Ik heb weleens geroepen dat ik een hekel heb aan koken en daar is geen woord van gelogen. Alleen vergat ik daarbij te vermelden dat ik het ook niet kán. Ik presteer het om vlees zwart te blakeren, terwijl het nog rauw van binnen is. Dat maakt alles wat ik niet zelf heb hoeven maken al gauw mijn lievelingseten. Tenzij het vis is. Of slakken. Of iets anders wat ik echt niet lust.
Wat is je favoriete film?
Ik heb geen flauw idee. Sinds ik weer lees en zelf ben gaan schrijven, kijk ik amper tv. En daarvoor was ik meer van de series. Buffy, Charmed, Fringe, Supernatural… Ik weet het. Ik loop een beetje achter. Als ik al een film kijk, is het meestal horror.