In 2013 deed Angelique Haak mee aan een schrijfwedstrijd. Ze won en dat zette haar aan om weer te gaan schrijven. Dat resulteerde in het debuut dat al de hele maand bij Thrillers & More in de spotlight staat: Een nieuw begin.
Nieuwsgierig naar dat verhaal? Tadaaa! Hieronder kun je het lezen! Angelique, ontzettend tof dat we het mogen plaatsen, dank je wel!
Op zoek naar jou
Hoe zijn Joeri en zij elkaar toch zo kwijtgeraakt?
Hoe konden ze van een gelukkig stel met een kindje op komst, veranderen in een stel dat elkaar ontwijkt en amper meer met elkaar praat? En de zeldzame keren dat ze wel met elkaar praten, liep het steevast uit op bonje. Joeri had vanochtend zelfs tegen haar geschreeuwd en haar armen stevig vastgepakt.
‘Ik weet het niet meer, Lilian. Ik weet niet meer hoe ik je kan bereiken!’
‘Alstublieft mevrouw.’
Lilian wordt opgeschrikt uit haar gedachten door de Turkse vrouw, die haar het flesje met melk aanreikt. De eigenaresse van het kraampje met Turkse pizza’s was altijd zo vriendelijk om Esmees flesje op te warmen.
De dame met grijze strengen tussen haar verder zwarte haar kijkt haar meewarig aan. Ze lacht altijd vriendelijk maar Lilian ziet verdriet schuilgaan in de ogen van de vrouw. De lege blik waarmee ze in de kinderwagen tuurt tot het signaal van de magnetron klinkt. Zou ze zelf misschien een kinderwens hebben, die nooit in vervulling is gegaan?
Lilian gaat op een bankje zitten, schudt het flesje en druppelt een beetje melk op de binnenkant van haar pols. Te heet.
Ze sluit haar ogen en wrijft over haar pijnlijke armen, waar Joeri’s greep nog voelbaar is. Ze begrijpt best dat hij het moeilijk heeft, na de zware bevalling. Hij had alles zien gebeuren, voor hem was het natuurlijk ook heftig geweest.
Het korte moment dat ze er aan terug durft te denken, ziet ze bloed. Veel bloed. Ze voelt het vocht tussen haar benen sijpelen en hoort de zware stem van de arts bevelen roepen. Ze kan ze niet verstaan.
Gehuil. Van Esmee, van zichzelf, van Joeri?
En pijn, een allesoverheersende pijn die gevolgd wordt door stilte. IJzingwekkende stilte en dan duisternis.
Lilian voelt een golf van misselijkheid opwellen en slikt de brok die zich in haar keel gevormd heeft weg. Ze ademt diep in voor ze haar ogen weer opent en nogmaals de melk op haar pols druppelt. Koud.
Ze voelt hoe een rilling door haar lijf siddert. Hoe lang heeft ze haar ogen dicht gehad? De melk was kokend heet geweest.
Een schreeuw die ze niet als van zichzelf herkent komt diep uit haar binnenste. Haar grootste nachtmerrie, recht voor haar. De kinderwagen is leeg! Ze wil nogmaals schreeuwen maar voelt hoe de klank in haar keel blijft steken en ze alleen een snik produceert.
Ze kijkt om zich heen. Haar ogen speuren de rijen marktkramen af maar nergens is een baby te zien.
‘Help! Help!’ Ze ziet hoe mensen verbaasd naar haar kijken en hoe de vrouw van de Turkse pizza’s achter haar kraam vandaan stiefelt.
‘Mevrouw, wat is aan de hand met u?’ vraagt ze met haar accent.
‘Mijn dochter, ze is weg! Kijk dan!’ Lilian voelt het koude zweet op haar voorhoofd en tranen wellen op in haar ogen.
‘Kom mee met mij, mevrouw. Ik u man bellen, of dokter bellen. Kom mee.’
De vrouw pakt Lilians arm beet en kijkt haar opnieuw aan met die vreemde blik in haar ogen.
‘Nee, ik wil niet mee. Ze moet hier ergens zijn. Esmee!’ Lilian rukt zich los, ze kan de medelijdende blik van de vrouw geen seconde langer verdragen.
Als in een film ziet ze zichzelf over de markt rennen, hoort haar stem steeds de naam van haar dochter roepen, maar niemand reageert.
Joeri moet komen! Ze grijpt naar haar mobiel. Met een trilling in haar stem spreekt ze zijn voicemail in en voelt meteen weer de wanhoop. Ze rent weer, botst tegen mensen op, maar voelt niets behalve die ijskoude tinteling door haar lijf. Dit mag niet waar zijn!
En dan, als een oase in een woestijn ziet ze haar. Het kleine meisje bij de groentekraam heeft Esmee in haar armen geklemd. Schreeuwend en snikkend rent Lilian er op af.
‘Geef terug, dat is míjn kind!’.
Met grote angstige ogen laat het meisje toe dat Lilian de baby van haar overneemt, om daarna huilend achter de rok van haar moeder weg te kruipen. Lilian voelt nu hoe ze zelf bij haar arm wordt gegrepen en hoort Joeri zich verontschuldigen tegenover de vrouw en haar kind. Verbijsterd kijkt ze hem aan als hij Esmee teruggeeft aan het meisje. ‘Wat doe je? Dat is Esmee! Kijk dan!’
Joeri blijft zich verontschuldigen en trekt haar mee. Lilian probeert zich los te rukken, maar het heeft geen zin. Joeri’s greep is te vast.
Ze hoort hoe de moeder van het meisje haar kind probeert te kalmeren. ‘Rustig Suze, die mevrouw is ziek. Ze kan er niets aan doen.’
En dan het snikkende stemmetje van het meisje. ‘Is dat de mevrouw die altijd met die lege kinderwagen loopt?’
Lilian ziet als in een roes hoe de moeder naar haar dochter knikt en verstijft. Haar zorgvuldig opgeblazen zeepbel spat uiteen.
De stiltes de afgelopen tijd tussen haar en Joeri, de meewarige blikken van de Turkse pizzamevrouw, de mensen die naar haar keken, de ijzingwekkende stilte na haar bevalling. De kinderwagen was altijd leeg geweest…
Het meisje bij groentekraam klemt haar pop stevig tegen zich aan.