Danielle las een tijdje geleden De Schaduwbokser van Johan Zonnenberg. Haar recensie kun je hier lezen. Over Johan Zonnenberg is nog niet zo heel veel bekend, hoog tijd om hem wat beter te leren kennen!
Wie is Johan Zonnenberg eigenlijk? Kun je jezelf omschrijven aan de hand van een paar steekwoorden en die uitleggen?
Hoe vang je jezelf in een notendop? Gelukkig hebben vrienden dat ooit voor mij gedaan: je kunt van hem op aan. Over van alles met hem praten. Mooi gevoel voor humor. Draaft wel eens door in de woordgrappen. Fijn relativeringsvermogen. Kan ook op zijn eigen tijd gewoon lekker stil zijn.
Naar mijn gevoel klopt dat helemaal. (Of die beschrijving bedoeld was als vriendendienst heb ik voor alle zekerheid maar niet bij hen gecheckt!)
Waarin is dat geworteld? In Den Haag geboren, vlakbij het strand. Een deel van mijn jeugd bracht ik echter door in Canada. Derde van vijf kinderen in een arbeidersgezin. Ik las en dagdroomde veel, was (zeker voor mijn ouders) geruststellend stil. Doordat ik er wel was, maar dikwijls niet werd opgemerkt, kon ik veel waarnemen en meemaken van wat er in een gezin gebeurt, van wat er tussen mensen gebeurt. Dat heeft me altijd geboeid.
Die belangstelling zette zich voort in mijn werk als docent bij het v.o. en als leerling- en docentbegeleider.
De roman De Schaduwbokser heeft een bijzondere titel, hoe ben je tot deze keuze gekomen?
Drie redenen:
Victor, de hoofdpersoon, is als kind eerst bang voor schaduwen. Hij vecht er als een soort Lucky Luke tegen. Later worden ze zijn vrienden.
Zijn herinneringen aan vroeger noemt Victor ook wel ‘mijn schaduwen’. Die wil hij een plaats geven.
Victors moeder werpt al vanaf zijn geboorte een schaduw over zijn leven. Met haar heeft hij permanent strijd.
En zo werd De Schaduwbokser eigenlijk een vanzelfsprekende titel.
Zitten er in De Schaduwbokser ook autobiografische aspecten?
Ben jij die ‘ik’?
Die vraag stellen bekenden mij dikwijls. Dat ligt ook voor de hand als het verhaal vooral in de ik-persoon wordt verteld. Het antwoord is ‘nee’. En toch …
Ik gebruik uiteraard veel van mijn eigen ervaringen. De bezoeken die ik aan mijn eigen dementerende moeder bracht heb ik in De Schaduwbokser gebruikt voor Victor. Maar dat maakt mij nog geen Victor. En zijn moeder is, eerlijk gezegd, een kreng van een mens. Dat was mijn moeder bepaald niet.
De setting is dikwijls wel autobiografisch. Ik woonde in een flat vier hoog op Kanaleneiland. Inderdaad voer er elke nacht wel een vrachtboot langs die de flat deed schudden. Bij Botshol kun je roeiboten huren, enz. Maar de plot en de karakters zijn pure fictie. Hun smaak daarentegen … ik houd zelf ook van stamppot andijvie en van Leffe bruin.
Victor heeft een bijzonder beroep als babyfotograaf, schuilt daar ook iets van jezelf in?
Nee. Ik fotografeer wel, maar bomen, geen baby’s. (zie evt http://www.johanzonnenberg.com/verhalen/fotos )
Geboortefotograaf vond ik leuk om de lezer te verrassen. Het is nieuw, boeit ook daardoor en intrigeert. En als schrijver kon ik er mooie gebeurtenissen bij bedenken.
Daarnaast is het boeiend, vind ik, dat Victor en Amy, zijn vriendin, aan de uiteinden van de levenslijn van een mens zitten. Hij bij de geboorte, zij in een hospice. Dat levert tussen hen ook gesprekken op met inhoud. Daar komt bij dat juist zijn geboortefotografie bij Victors moeder pijnlijk blijkt te schuren.
Wat is de reden dat je uiteindelijk bij Futuro Uitgevers je manuscript hebt afgegeven?
Tja, dan heb je een roman, maar nog geen uitgever. Gelukkig toonden verschillende uitgevers snel belangstelling. Van hen sprak Futuro Uitgevers mij het meest aan: een jonge uitgeverij, visie, breed assortiment. Bovendien hebben Marcel en Maarten van Futuro Uitgevers een uitgebreide en grondige ervaring in het uitgeefvak. Kortom we zijn met elkaar in zee gegaan.
Welke boeken lees je zelf? En heb je een favoriete schrijver? Of een groot voorbeeld?
Door mijn Canadese emigratie-avontuur en ook door mijn studie Engels lees ik veel in die taal, vooral romans en korte verhalen. Favoriete schrijvers: Julian Barnes, J.M. Coetzee, Alice Munro, Graham Swift. Eigenlijk zijn het allemaal schrijvers die het gewone bijzonder weten te maken. MAAR ik heb ook genoten van Tommy Wieringa’s Dit zijn de namen. Geweldig! Een visionaire vertelling die prachtig tegen de realiteit aanwrijft. Het deed me daardoor denken aan Wachten op de barbaren van Coetzee. Ook zo’n magistraal boek.
In welke omgeving schrijf je het liefst? In volledige rust en stilte of kun je eigenlijk overal wel schrijven?
Nee, ik moet er echt voor gaan zitten. Aan de eettafel in mijn appartement met zicht op m’n terras met vijver. Vaak zet ik Mozart aan omdat ik ooit gelezen heb dat zijn muziek de creativiteit stimuleert. Of het echt werkt? Ach, zelfs als muzikale placebo is het nooit weg ;>).
Je schrijft ook korte verhalen en gedichten. Wat doe je zoal om inspiratie op te doen voor een verhaal/gedicht te schrijven?
Ik luister en kijk naar mensen en pik daardoor van alles op. Van mensen in de tram van IJsselstein naar Utrecht v.v. tot en met alles van kennissen, vrienden en familie. Alleen, dat laatste moet wel onherleidbaar gemaakt worden. Zo voorkom ik dat ze met argwanende blik en een pleister over hun mond bij mij op bezoek komen.
Wat inspiratie voor gedichten betreft: op mijn nachtkastje liggen allerlei bundels voor mijn dagelijkse portie poëzie (a poem a day keeps the doctor away). Favorieten? Herman de Coninck en Edna St. Vincent Millay. Maar wat luchtiger verzen zoals van Ivo de Wijs en Willem Wilmink: heerlijk! Ik val met een glimlach in slaap.
Bovendien, als ik zie wat voor uitstekende teksten er voor kinderen geschreven zijn en worden, van Annie M.G. Schmidt tot en met Ted van Lieshout: hoed af en diepe buiging!
Is er al inspiratie voor een volgend boek? En zo ja, wordt dit dan ook een roman?
Ja, ik had het al over de levenslijn. Die volg ik met mijn boeken voor verschillende leeftijdsgroepen. Ik heb een 6+ verhaal Het huis van Leontien en ik ben een 10+ verhaal met de lange titel De wonderlijke wereld van Felix Faessen (later bijgenaamd Effe) aan het fijnslijpen. Januskop, een YA roman, en Stella A-Z, een spannende roman voor jongere volwassenen, zijn inmiddels verschenen. De Schaduwbokser completeert die opbouw, zou je kunnen zeggen.
Intussen zit er in mijn achterhoofd een verhaal over mollen (!), zeer intelligente beesten, die in de loop der tijd onze wereld planmatig ondergraven en laten instorten.
En ik heb ooit gelezen dat middeleeuwse makers van wereldkaarten expres een fictief plekje op hun kaart tekenden om plagiaat tegen te gaan. Het lijkt me fantastisch om een aantal van die verzonnen plekken op één kaart te verzamelen en daar een nieuwe wereld bij te bedenken.
Je ziet het, inspiratie genoeg. Maar eerst zit ik nog met mijn hoofd in de wolken door de geweldige recensies, waaronder die van Thrillers&More, over De Schaduwbokser.
Als laatste nog wat keuzes uit twee:
Dat is moeilijk! Ze zijn allemaal onderdelen van het leven. Om uit deze dilemma’s te komen, heb ik – op een schaal van 100 – per keuze aangegeven hoe de verdeling bij mij ligt.
Zomer – winter 80-20
Lezen -schrijven 50-50
Koffie – thee 70-30
Sneeuw – zon 10-90
Wijn – bier 70-30 (m.n. trappistenbier)
Roman – thriller 60-40
Ochtend – avond 30-70
Fietsen – wandelen 60-40
Zoet – zuur 40-60
Papieren boek – E-book 90-10
Concert – theater 20-80 (en vooral cabaret)
Tot slot wens ik Thrillers&More veel succes toe en alle lezers van dit interview: geniet van De Schaduwbokser.